Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 13 september 2016;
- de akte uitlaten tussenarrest van 27 september 2016 van de Gemeente, met producties,
- de antwoordakte van 25 oktober 2016 van [geïntimeerde] .
6.De verdere beoordeling
voltooiingvan de verjaringstermijn ondubbelzinnig sprake is van bezit.
nietvan zijn buurman zou dulden.
Het is mede tegen deze achtergrond dat het het hof juist voorkomt dat, waar in het algemeen bij onroerende zaken al niet snel een intentie tot het houden voor zichzelf door een niet-rechthebbende pleegt te worden aangenomen, dit des te meer geldt bij stroken publieke grond als de onderhavige.
Onder verwijzing naar enkele door haar overgelegde luchtfoto’s (prod. 3 en 4 mvg), stelt de Gemeente ten slotte dat op een luchtfoto uit 1993 aan de voorzijde nog geen (hoge) heg van laurierstruiken aanwezig is, maar uitsluitend (zeer) jonge aanplant; de Gemeente betwist dat [geïntimeerde] voor deze aanplant verantwoordelijk is.
nietin gebruik heeft en dat de rechtbank terecht heeft geconstateerd dat aan de voorzijde een ondoordringbare haag staat. Deze haag is volgens [geïntimeerde] door haar geplant. [geïntimeerde] laat zich niet uit over de stelling van de Gemeente dat zich (anders dan de rechtbank heeft aangenomen) achter dit deel van de laurierhaag géén aarden wal bevindt. [geïntimeerde] betwist wél dat achter de haag sprake is van een ‘niemandsland’. [geïntimeerde] betwist verder dat de als productie 4 bij de memorie van grieven overgelegde luchtfoto dateert uit 1993. Op deze foto is volgens haar in ieder geval een afscheiding met een heg zichtbaar. Volgens [geïntimeerde] moet zij, op grond van dit alles, sinds 1991/1992 worden gezien als bezitter van de strook, zodat zij inmiddels de eigendom daarvan heeft verkregen.
nietkan worden gezien als een daad van inbezitneming van de strook als geheel, zodat niet verder van belang is wanneer de struiken zijn geplant. Het hof hecht in dit verband doorslaggevend belang aan de omstandigheid dat de strook achter de laurierstruiken na het planten ervan voor de Gemeente gemakkelijk toegankelijk is gebleven, namelijk vanaf de grond die later, in 1994, als perceel [perceel 3] , aan [geïntimeerde] in (mede)eigendom is overgedragen, maar die in 1991-1992 nog aan de Gemeente in eigendom toebehoorde. Uit de feitelijke constellatie in die periode hoefde de Gemeente naar verkeersopvatting niet af te leiden dat [geïntimeerde] de strook die grensde aan haar tuin volledig voor zichzelf hield en dat de Gemeente haar eigendomsrecht daarvan bij voortgezet stilzitten zou kunnen verliezen.
€ 21,82(€ 589,- : 27)
€ 711,--
De door de Gemeente gevorderde wettelijke rente over de proceskostenveroordeling zal op de na te melden wijze worden toegewezen.
7.De uitspraak
1 maart 2017met al de haren te ontruimen, te verlaten en ontruimd te houden en ter vrije beschikking te stellen van de Gemeente, met machtiging aan de Gemeente om indien [geïntimeerde] nalatig blijft aan het voormelde te voldoen, dit zelf te doen uitvoeren op kosten van [geïntimeerde] , zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie;