ECLI:NL:GHSHE:2016:4923
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake omgangsregeling tussen ouders en minderjarigen met aandacht voor veiligheid en begeleiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep inzake de omgangsregeling tussen de vader en zijn twee minderjarige kinderen. De zaak is voortgekomen uit een eerdere beschikking van 4 december 2014, waarin het hof had bepaald dat de vader en de kinderen gerechtigd zijn tot contact in het kader van de Begeleide Omgangsregeling (BOR) fase 3. Het hof heeft de Mutsaersstichting verzocht om tijdig verslag uit te brengen over de begeleide contacten, en de Raad voor de Kinderbescherming om een onderzoek in te stellen en rapport uit te brengen. De mondelinge behandeling in hoger beroep vond plaats op 22 september 2016, waarbij zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun advocaten, en de raad aanwezig waren.
Het eindverslag van de Begeleide Omgangsregeling gaf aan dat het contact tussen de vader en de kinderen positief was, maar dat er signalen van onveiligheid waren, vooral door het gedrag van de vader. Het hof heeft geadviseerd dat de vader moet werken aan zijn agressieproblemen en dat hij hulpverlening moet inschakelen. De raad adviseerde om de verzoeken van de moeder om eenhoofdig gezag aan te houden tot februari 2017, zodat de vader de kans krijgt om aan zijn problematiek te werken.
Tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling bleek dat de maanden na januari 2016 rustig waren verlopen, zonder nieuwe incidenten. Partijen hebben zich bereid verklaard om mee te werken aan een nieuw traject van Begeleide Omgangsregeling. Het hof heeft besloten om de verdere behandeling van de zaak pro forma aan te houden tot 3 juli 2017, in afwachting van de resultaten van de begeleide contacten en de rapportage van de raad.