Uitspraak
5.Het verdere verloop van de procedure
- de akte uitlating bevoegdheid van de vrouw;
- de akte uitlating van de man;
- de antwoordakte van de vrouw;
- de antwoordakte van de man.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in kort geding met betrekking tot een echtscheidingsconvenant. De zaak is gestart door de man, die in principaal appel is gegaan, en de vrouw, die in incidenteel appel is gegaan. De man woont in België en heeft mr. C.C.J. van Pol als advocaat, terwijl de vrouw wordt bijgestaan door mr. N.V.N.J. de Laurente, voorheen S.T.M. Horst. De procedure volgt op een tussenarrest van 12 juli 2016 en een vonnis van 18 januari 2016 van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht.
Tijdens de procedure zijn er verschillende akten uitgewisseld, waaronder een akte uitlating bevoegdheid van de vrouw en antwoordakten van beide partijen. De man heeft in zijn antwoordakte ingegaan op een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 juli 2016, waarbij hij verwijst naar artikel 24 van de EEX-Verordening. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw de gelegenheid moet krijgen om hierop te reageren, wat leidt tot een verwijzing van de zaak naar de rol van 8 november 2016. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot dat moment.
De uitspraak is gedaan door de rechters G.J. Vossestein, M.J. van Laarhoven en P.P.M. van Reijsen en is openbaar uitgesproken op 25 oktober 2016.