3.1.In rov 2.1-2.5 heeft de kantonrechter vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met grief I wordt deze vaststelling (deels) bestreden. Het hof zal een nieuw overzicht geven van de onbetwiste feiten die in hoger beroep het uitgangspunt vormen.
a. a) [medewerker van hekwerk en handelsonderneming] heeft namens [appellant] op 10 oktober 2011 via de internetsite van Transcargo bij deze een offerte opgevraagd voor het vervoer van een 20 ft container met bouwmaterialen van [plaats 1] , Nederland naar [plaats 2] (Lesbos), Griekenland.
Op 14 oktober 2011 heeft Transcargo per email aan [appellant] geschreven :”
Voor een 20ft container kunnen wij u ons tarief van Eur. 2835 exclusief BTW aanbieden. (..)”.
Op 20 december 2011 heeft Transcargo bij [appellant] gevraagd of de offerteaanvraag nog gold, waarop [appellant] antwoordde: “
De offerte die jullie uitgebracht hebben, is zeker nog actueel, want het spul moet nog naar Griekenland (..)”.
Op 2 januari 2012 schreef Transcargo: “
Ik hoor graag van u wanneer het transport plaats moet vinden. (..)” (prod. 2 cva conv., prods. 14 en 17 cvd reconv.).
b) Transcargo had op 13 oktober 2011 per email een offerte aangevraagd bij Mediterranian Shipping Company (Nederland) B.V. (hierna MSC) met betrekking tot het vervoer van Rotterdam via Piraeus naar [plaats 2] (prod. 13 cvd reconv.).
c) Op 3 februari 2012 schreef Transcargo aan [appellant] : “
Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud van gisteren bevestig ik bij deze het volgende:
20ft container met bouwmaterialen (..)
Vanaf [plaats 1] via Antwerpen en Piraeus tot aankomst [plaats 2] , Lesbos, niet gelost.
De container wordt op dag A gebracht ter belading en wordt de daaropvolgende dag afgehaald, de kosten voor twee keer op en neer rijden zijn in het tarief opgenomen. In [plaats 2] moet de container meteen bij aankomst gelost worden (..)”(prod. 3 cva conv./ prod 17 cvd reconv.)
d) [appellant] vroeg daarop op 5 februari 2012 onder meer of de container naar [plaats 2] zou worden gebracht, waarop Transcargo antwoordde: “
Ja, zoals ik al schreef is het tarief vanaf [plaats 1] tot aankomst [plaats 2] . (..)”. (prod. 4 cva conv.)
e) Op 12 maart 2012 schreef [appellant] aan Transcargo: “(…)
bij deze mail ik jou even de inhoud van de container door, ivm papieren douane (..)”. (prod. 5 cva conv.)
f) Een CMR-vrachtbrief voor vervoer van [plaats 3] naar [plaats 2] is opgemaakt op 12 maart 2012 en ondertekend door [appellant] als afzender en [transport B.V.] Transport B.V. als vervoerder (prod. 6 cva conv.).
g) Op 29 maart 2012 heeft Transcargo aan [appellant] gestuurd een “
Expeditiebevestiging” (prod. 1 inl. dagv.) Hierin staat de overeenkomst omschreven als: “
Voor het doen vervoeren voor uw rekening en risico. Zoals u bekend werken wij als expediteur onder Nederlandse Expeditievoorwaarden.”
Als laaddatum staat vermeld 19 maart 2012 en als losdatum 2 april 2012.
Onderaan de eerste bladzijde van deze bevestiging staat vermeld:
“1. Bovengenoemde opdracht wordt door Transcargo BV uitsluitend verricht als expediteur. Het tarief is inclusief expediteurscommissie.
2. Tijdstippen van laden en lossen zijn altijd bij benadering en niet door ons gegarandeerd. (…)
Wij treden uitsluitend op als expediteur. Op al onze werkzaamheden zijn, met uitzondering van de arbitrage clausule, van toepassing de (meest recente versie van de) Nederlandse Expeditievoorwaarden (2004) van de Nederlandse organisatie voor expeditie en logistiek, (..)”.
h) De factuur ter hoogte van € 3.140,00 excl. btw (€ 3.736,60 incl. btw) is door Transcargo verzonden op 30 maart 2012. (prod. 3 inl. dagv.) Het briefhoofd hiervan vermeldt “
Internationale expeditie. Op-en overslag. Logistieke advisering”. Onderaan de factuur staat vermeld dat Transcargo optreedt als expediteur (
agent only) en wordt wederom verwezen naar de Nederlandse Expeditievoorwaarden 2004 (hierna: de Fenex condities).
i. i) De container is op zee vervoerd door MSC.
j) Een email van Transcargo aan MSC van 28 maart 2012 luidt: “
De nieuwe B/L krijgen we nooit meer tijdig in Griekenland (zonder dat de zending vertraagd raakt. Dan is het beter om een Express B/L op te maken dan een normale B/L.”
MSC antwoordde hierop diezelfde dag:
“(..) Wij hebben per abuis 2x dezelfde t2L gebruikt voor opmaken vd Bs/L. Wilt u aub de foutieve set volledig naar ons terugsturen? Wij zullen dan, op onze kosten, via een manifest-corector de details aanpassen en er een express B/L van maken.” (prod. 6 inl. dagv.).
k) De goederen zijn op 7 april 2012 in [plaats 2] afgeleverd.
l) [appellant] heeft per mail op 18 april 2012 aan Transcargo laten weten dat hij de factuur niet wenste te betalen, omdat de container te laat was aangekomen en hij daardoor schade heeft geleden (omdat de geplande verbouwingswerkzaamheden daardoor te laat zijn gestart ). Hij eindigde deze mail met de opmerking “
de Transporteur in Griekenland zegt dat het de schuld van Trans Cargo is, en Trans-Cargo zegt dat het schuld van de G[r]iekse Transporteur is, het maakt mij niet zoveel uit wie de schuldige is, maar jullie zijn verantwoordelijk voor de transport en het nakomen van jullie afspraken, die wij gemaakt hebben.” (prod. 8 cva conv.). Op 20 april herhaalde [appellant] zijn klachten per mail, waarbij hij schreef dat hij de container “
door jullie[had]
laten transporteren, naar Griekenland”. (prod. 9 cva conv.).
m) Transcargo heeft iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen bij brief van 2 mei 2012, en zich gelijktijdig bereid verklaard een expediteursverklaring af te geven (prod. 4 inl. dagv.). Bij deze brief heeft zij tevens [appellant] gesommeerd de nog openstaande factuur binnen een week te voldoen (met handelsrente en administratiekosten).
n) Na aanmaning heeft [appellant] op 8 mei 2012 een bedrag van € 1.500,00 voldaan. Het restant ter hoogte van € 1.640,00 heeft [appellant] onbetaald gelaten.
3.2.1.Transcargo heeft [appellant] in rechte betrokken en in conventie ter zake nakoming van de overeenkomst veroordeling van [appellant] gevorderd tot betaling van € 1.640,00, vermeerderd met (wettelijke handels-)rente en kosten, waaronder buitengerechtelijke incassokosten en administratiekosten. Transcargo stelde dat zij ervoor heeft zorggedragen dat de container met goederen van Nederland naar Griekenland is vervoerd en dat, zo al sprake zou zijn van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst doordat de container te laat is geleverd, [appellant] gelet op de toepasselijke Fenex condities volledige betaling van de factuur verschuldigd is.
3.2.2.In reconventie heeft [appellant] een verklaring voor recht gevorderd dat de tussen partijen bestaande overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden dan wel dat de kantonrechter de overeenkomst ontbindt, met veroordeling van Transcargo tot (terug)betaling van het door hem betaalde bedrag van € 1.500,00 en tot betaling van € 12.334,88, vermeerderd met rente en kosten in verband met de geleden schade vanwege de te late bezorging van de container.