3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende door de rechtbank vastgestelde feiten. Deze zijn in hoger beroep niet betwist en dienen het hof derhalve tot uitgangspunt.
1. [appellant] en [geïntimeerde] zijn broers van elkaar en gezamenlijk eigenaar van de voormalige ouderlijke woning aan de [adres] te [plaats] , hierna: ‘de woning’.
2. De woning bestaat uit twee woongedeelten. Tot medio 2003 hebben de (gezinnen van de) broers gezamenlijk in de woning gewoond. Medio 2003 is (het gezin van) [geïntimeerde] uit de woning vertrokken.
3. Partijen zijn sinds ruim 10 jaar verwikkeld in juridische procedures in verband met de verdeling van de woning.
4. Bij vonnis van de rechtbank van 9 december 2009 is onder meer de verdeling gelast van de woning aldus dat deze door en ten overstaan van notaris [notaris] , bij wege van vrijwillige verkoop door openbare inschrijving wordt verkocht onder de volgende voorwaarden:
“
1. dat de woning zal worden gegund aan de bieder met het hoogste bod,
2. dat de woning binnen zes weken na gunning zal worden geleverd vrij van huur en gebruik,
3. dat de verkoop en de afwikkeling daarvan plaats zullen hebben op de overigens gebruikelijke voorwaarden, met dien verstande dat – ter beslissing van de notaris – in het geval die voorwaarden daarin niet voorzien, de door de notaris te stellen voorwaarden zullen gelden,
4. dat de notaris de opbrengst van de verkoop, na aftrek van de op die verkoop vallende kosten, waaronder begrepen de kosten en het honorarium van de notaris alsmede de overigens gebruikelijke kosten, bij helften zal uitkeren aan partijen nadat daarop ten aanzien van ieder van partijen in mindering is gebracht de ten aanzien van de betrokken partij in acht te nemen hypothecaire schuld (..)”
5. Het Hof heeft in zijn arrest van 28 juni 2011 voormeld vonnis, voor zover onderworpen aan hoger beroep, bekrachtigd.
6. Begin 2012 is door de notaris de procedure gestart om tot vrijwillige verkoop door openbare inschrijving over te kunnen gaan. Door de notaris is [makelaardij] Makelaardij te [kantoorplaats ] verzocht de procedure van de verkoop bij openbare inschrijving te begeleiden. De procedure van inschrijving voorzag in een sluitingsdatum van 6 juli 2012.
7. [geïntimeerde] heeft een bod uitgebracht op de woning.
8. Per brief van 10 juli 2012 heeft de notaris [geïntimeerde] bericht dat de ontvangen biedingen als niet uitgebracht worden beschouwd en dat een nieuwe sluitingsdatum voor het uitbrengen van een bieding wordt vastgesteld, te weten op 10 augustus 2012. [geïntimeerde] wordt uitgenodigd om
“
opnieuw een (onvoorwaardelijk) bod uit te brengen, uitsluitend met gebruikmaking van bijgevoegd biedingsformulier”.
In genoemde brief is voor zover van belang voorts opgenomen:
“
(..)De enveloppen worden die dag om 16.00 uur geopend, waarna u terstond op de hoogte zal worden gebracht omtrent de uitkomst. Bij de opening zal de betrokken makelaar aanwezig zijn, zulks in afwijking van het bepaalde in artikel 7 van de bijgesloten voorwaarden. Bij gunning zal het gekochte pand dienen te worden afgenomen uiterlijk op10 oktober a.s..Een waarborgsom ter grootte van 10% van de koopprijs dient naar mijn derdenrekening te worden overgemaaktvóór 10 september a.s..(..) Als bijlagen gelieve u aan te treffen:- het biedingsformulier (waarmee dit schrijven een onverbrekelijk geheel vormt); - de inschrijvingsvoorwaarden NVM Wonen; - de toelichting op deze voorwaarden (consumentenfolder)(..).”
9. In het biedingsformulier is onder meer opgenomen:
“
Hierna te noemen “inschrijver” verklaart ten aanzien van het object (..)een onvoorwaardelijk bod uit te brengen van € …(..). De inschrijver verklaart tevens het bij dit biedingsformulier meegezonden begeleidend schrijven, alsmede de inschrijvingsvoorwaarden en de consumentenfolder te hebben ontvangen en met de inhoud daarvan in te stemmen (..)”
10. In de richtlijn inschrijvingsvoorwaarden NVM is onder meer opgenomen:
“
10. Een via deze inschrijvingsprocedure tot stand gekomen koopovereenkomst wordt vastgelegd in een koopakte, conform het model zoals vastgesteld door de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM, de Consumentenbond en de “vereniging eigen huis.”
11. Op 10 augustus 2012 heeft de notaris [geïntimeerde] telefonisch bericht dat hij het hoogste bod heeft uitgebracht.
12. Bij brief van 21 augustus 2012 heeft de notaris [geïntimeerde] schriftelijk bevestigd dat hij de hoogste bieding heeft uitgebracht en hem verzocht op uiterlijk 10 september 2012 een bankgarantie te stellen dan wel een waarborgsom te storten van € 29.500,-. In een e-mail van diezelfde datum heeft de notaris [geïntimeerde] voorts bericht dat de overdracht van de woning plaats zal vinden op 10 oktober 2012.
13. Per brief van 28 augustus 2012 heeft de advocaat van [geïntimeerde] de notaris onder meer medegedeeld dat [geïntimeerde] de woning voorafgaande aan de levering wenst te inspecteren en dat [geïntimeerde] erop staat dat in de akte van verdeling wordt opgenomen dat hij de woning verkrijgt in de toestand waarin deze zich bevond ten tijde van de openbare inschrijving.
14. Per e-mail van 7 september 2012 heeft de notaris [geïntimeerde] een concept akte van verdeling toegestuurd. Daarin is onder ‘Bepalingen’ onder 3. opgenomen:
“
Het registergoed is op verkrijger overgegaan met alle daaraan verbonden lusten, lasten en gebreken, bekend en onbekend en zichtbaar of verborgen, leeg en ontruimd, alsmede met alle thans ten behoeve en ten laste van het registergoed gevestigde erfdienstbaarheden.”
15. In een brief van 1 oktober 2012 heeft de advocaat van [geïntimeerde] onder meer aangegeven dat laatstgenoemde recht heeft op een inspectie direct voorafgaande aan de levering gelet op hetgeen opgenomen in de concept akte onder ‘Bepalingen’ onder 3.
16. De notaris en de makelaar zijn met een beroep op het onvoorwaardelijke karakter van het bod niet akkoord gegaan met een inspectie voorafgaande aan de overdracht.
17. Begin oktober 2012 heeft de notaris aan (de advocaat van) [geïntimeerde] een enigszins aangepaste concept akte van verdeling en een voorlopige nota van afrekening toegestuurd.
18. Bij e-mail van 3 oktober 2012 heeft de notaris [geïntimeerde] in gebreke gesteld ten aanzien van zijn verplichting tot het stellen van een bankgarantie.
19. Omstreeks begin oktober 2012 heeft [appellant] de woning verlaten.
20. Per brief van 11 oktober 2012 heeft de notaris [geïntimeerde] in gebreke gesteld met betrekking tot zijn verplichtingen ten aanzien van de levering van de woning en het stellen van een bankgarantie/storten van een waarborgsom en heeft hij hem een termijn van acht dagen gesteld.
21. Op 11 oktober 2012 heeft makelaar [makelaar] in opdracht van [geïntimeerde] een bouwkundig onderzoek verricht in welk verband hij een aantal foto’s heeft genomen van de woning en waarvan hij een rapport heeft opgemaakt.
22. Op 12 oktober 2012 is namens [geïntimeerde] gereageerd op de concept akte van verdeling. Zijn advocaat verzoekt de notaris onder meer “Bepalingen” onder 8. te wijzigen aldus dat de kosten van de akte voor de helft voor rekening van de verkrijger en voor de helft voor rekening van de vervreemder zijn.
23. In een e-mailbericht van 13 november 2012 bericht de adviseur van de Hypotheker aan de notaris dat de financiering voor [geïntimeerde] rond is.
24. In een brief van 16 november 2012 vraagt de advocaat van [geïntimeerde] de notaris onder meer hoe hij om zal gaan met de situatie dat dat uit de bouwkundige keuring is gebleken dat de toestand van de woning anders is dan bij het uitbrengen van het bod en voorts geeft zij aan dat [geïntimeerde] kort voor het passeren van de akte van levering de woning wenst te inspecteren en de toestand wenst vast te leggen.
25. In een e-mail van 14 december 2012 stelt de notaris [geïntimeerde] nog één maal in de gelegenheid de woning af te nemen en wel op 20 december 2012, waarbij hij aangeeft dat, gelet op het onvoorwaardelijke karakter van het bod, geen voorafgaande bezichtiging zal plaatsvinden. In genoemde e-mail heeft hij tevens bericht dat de waarborgsom is verbeurd aan vervreemder en dat deze zal worden verrekend.
26. Bij brief van 19 december 2012 bericht de advocaat van [geïntimeerde] de notaris dat [geïntimeerde] zich er niet in kan vinden dat in de akte niet is voorzien in een bezichtiging van de woning voorafgaande aan de levering en dat hij niet bereid is mee te werken aan de verdeling en levering. Tevens heeft [geïntimeerde] de notaris verzocht om verhinderdata in verband met een door [geïntimeerde] aanhangig te maken kort geding.
27. Bij inleidende dagvaarding van 1 maart 2013 heeft [geïntimeerde] in kort geding onder meer gevorderd de notaris te bevelen over te gaan tot een nieuwe vrijwillige verkoop door openbare inschrijving van de woning en de notaris te verbieden om [geïntimeerde] uit te sluiten van deze nieuwe vrijwillige verkoop bij inschrijving. Bij vonnis van 4 april 2013 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van [geïntimeerde] afgewezen.
28. Bij brief van 26 april 2013 beroept [geïntimeerde] zich op buitengerechtelijke vernietiging van de koopovereenkomst op grond van dwaling.
29. In een e-mail van 1 en 20 augustus 2013 heeft de notaris [geïntimeerde] nogmaals in gebreke gesteld en hem gesommeerd om op uiterlijk 8 respectievelijk 28 augustus 2013 aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst te voldoen.
30. Bij inleidende dagvaarding van 7 november 2013 heeft [appellant] kort gezegd gevorderd opheffing van het executoriaal beslag op zijn WAO-uitkering en terugbetaling van een voorschot op schadevergoeding. Bij vonnis van 12 december 2013 heeft de voorzieningenrechter de vordering tot opheffing van het beslag toegewezen.