4.1.In de kern staat tussen partijen als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, het volgende vast.
a. [appellant] heeft door tussenkomst van [Holding] , [Beheer] , CMB-H en CMB-P, waarvan hij (indirect) bestuurder en aandeelhouder was, gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw product, genaamd FlooW. [appellant] is nog steeds bestuurder en aandeelhouder van [Holding] en [Beheer] . (vonnis 4 februari 2015, 8.1, waarin door de rechtbank (onbestreden) wordt uitgegaan van dezelfde feiten als vermeld in 2.1 t/m 2.5 van een tussenvonnis van 29 januari 2014 dat is gewezen in twee zaken waarmee de onderhavige zaak nadien (administratief) is gevoegd)
[geïntimeerde] heeft door tussenkomst van Four Kids en Tandartspraktijk geïnvesteerd in de ontwikkeling van dit product. Hij is bestuurder van Four Kids en bestuurder en aandeelhouder van Tandartspraktijk. (vonnis 4 februari 2015, 8.1 met verwijzing naar vonnis 29 januari 2014, 2.1)
[geïntimeerde] heeft in augustus 2010 € 200.000,- (al dan niet door tussenkomst van Four Kids of Tandartspraktijk) geïnvesteerd. Dit bedrag is overgeboekt ten gunste van CMB-H of CMB-P. (appeldagvaarding, 2.5, 2.7, 2.11; mva, 44)
Four Kids (in 2008) en Tandartspraktijk (in april 2011) hebben aandelen verkregen in CMB-H, die de aandelen houdt in CMB-P. In april 2011 is [onafhankelijke derde] , een in meerdere of mindere mate onafhankelijke derde met zakelijke ervaring, benoemd tot bestuurder van CMB-H. (vonnis 4 februari 2015, 8.1 met verwijzing naar vonnis 29 januari 2014, 2.1 en 2.3)