ECLI:NL:GHSHE:2016:4546

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 oktober 2016
Publicatiedatum
11 oktober 2016
Zaaknummer
200.157.410_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake pay-rolling en proceskostenverdeling tussen Protec Uitzendbureau B.V. en Easystaff Payroll Services B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep tussen Protec Uitzendbureau B.V. (hierna: Protec) en Easystaff Payroll Services B.V. (hierna: Easystaff). De zaak betreft een geschil over een vordering van Protec op Easystaff, die oorspronkelijk was ingesteld bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant. In eerste aanleg was een bedrag van € 26.500,- toegewezen aan Protec, maar in hoger beroep heeft het hof de vordering van Protec verminderd tot € 21.150,-. Dit arrest is een vervolg op een eerder tussenarrest van 23 augustus 2016, waarin Easystaff was toegelaten tot bewijslevering, maar uiteindelijk heeft afgezien van deze bewijslevering.

Het hof heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de proceskosten in eerste aanleg moeten worden gecompenseerd, omdat beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld. Protec, die in principaal appel als de ongelijk gestelde partij werd beschouwd, kreeg minder toegewezen dan in eerste aanleg. De proceskosten in reconventie werden ten laste van Easystaff gebracht, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank vernietigd voor zover het Easystaff veroordeelde tot betaling van € 26.500,- en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan.

De uitspraak van het hof houdt in dat Easystaff wordt veroordeeld tot betaling van € 21.150,- aan Protec, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten in eerste aanleg worden gecompenseerd. De kosten van het principaal appel zijn voor rekening van Protec, terwijl de proceskosten in incidenteel appel eveneens worden gecompenseerd. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2016.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.157.410/01
arrest van 11 oktober 2016
in de zaak van
Protec Uitzendbureau B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
verder te noemen Protec,
advocaat: mr. J. Faas te Groningen,
tegen
Easystaff Payroll Services B.V.,
voorheen genaamd Easystaff B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
verder te noemen Easystaff,
advocaat: mr. P.W.M. Huisman te Bussum,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarrest van 23 augustus 2016 in het hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, onder zaaknummer C/02/262235/HA ZA 13-245 gewezen vonnis van 20 augustus 2014.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 23 augustus 2016;
- de mededeling van Easystaff op de rol van 13 september 2016 dat zij afziet van enquête.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

in principaal en incidenteel appel
6.1.
Bij genoemd tussenarrest is Easystaff toegelaten tot bewijslevering en is iedere verdere beslissing aangehouden. Easystaff heeft afgezien van bewijslevering.
In het tussenarrest is in rechtsoverweging 3.7.7 reeds geoordeeld dat aan Protec een bedrag van € 21.150,- zal worden toegewezen. Het hof volhardt bij hetgeen daartoe werd overwogen en beslist.
Resteert de beslissing over de proceskosten.
6.2.
In grief 4 in principaal appel voert Protec aan dat, omdat haar vordering volledig had moeten worden toegewezen, Easystaff volledig in de proceskosten in conventie veroordeeld had moeten worden. De grief faalt want de vordering van Protec wordt niet volledig toegewezen (maar voor een klein gedeelte).
In grief E in incidenteel appel stelt Easystaff dat Protec in de kosten in conventie en in reconventie had moeten worden veroordeeld. Het hof is van oordeel dat Easystaff terecht opkomt tegen de proceskostenbeslissing in conventie in eerste aanleg. Protec stelde een vordering in van € 1.230.000,-. Daarvan is € 26.500,- toegewezen en in hoger beroep € 21.150,-.
Het hof is van oordeel dat de proceskosten dienen te worden gecompenseerd nu Protec ten aanzien van de vraag of boetes zijn verschuldigd in het gelijk is gesteld, maar grotendeels in het ongelijk is gesteld voor wat betreft de hoogte van de verbeurde boetes.
De proceskosten in reconventie zijn terecht ten laste van Easystaff gebracht omdat zij als de in het ongelijk gestelde partij heeft te gelden. Deze beslissing wordt bekrachtigd.
6.3.
Protec heeft in principaal appel te gelden als de ongelijk gestelde partij nu haar minder wordt toegewezen dan in eerste aanleg (1½ punt, tariefgroep VIII). In incidenteel appel zullen de kosten worden gecompenseerd nu partijen over een weer deels in het (on)gelijk zijn gesteld.
6.4.
Mitsdien moet als volgt worden beslist.

7.De uitspraak

Het hof:
op het principaal en incidenteel appel:
vernietigt het vonnis waarvan beroep maar alleen voor zover Easystaff is veroordeeld om aan Protec € 26.500,- te betalen en voor zover Easystaff in de proceskosten in conventie is verwezen;
en in zoverre opnieuw recht doende:
veroordeelt Easystaff om aan Protec te betalen een bedrag van € 21.150,- vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van de dag der dagvaarding tot de dag van voldoening;
en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
en
compenseert de proceskosten in eerste aanleg aldus dat elk van partijen haar eigen kosten draagt;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
bekrachtigt het vonnis voor het overige;
veroordeelt Protec in de kosten van het principaal appel aan de zijde van Easystaff gevallen, tot op heden begroot op € 5.114,- voor griffierecht en op € 6.870,- voor salaris advocaat
en
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten in incidenteel appel aldus dat elk van partijen haar eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden, W.H.B. den Hartog Jager en Y.L.L.A.M. Delfos-Roy en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 oktober 2016.
griffier rolraad