In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een appellant voor de diefstal van elektriciteit in het kader van een hennepkwekerij. De appellant, die tijdelijk in de woning verbleef waar de hennepkwekerij was aangetroffen, werd door Enexis B.V. aangesproken voor schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen. De politie ontdekte op 1 oktober 2009 een hennepkwekerij in de woning, waarbij de elektriciteitsmeter was gemanipuleerd. De appellant was niet de eigenaar of huurder van de woning, maar verzorgde wel de planten in de kwekerij. Hij was eerder strafrechtelijk vervolgd voor het medeplegen van hennepteelt, maar niet voor diefstal van elektriciteit.
Enexis vorderde betaling van € 3.810,= voor de schade die zij had geleden door het niet geregistreerde elektriciteitsverbruik. De kantonrechter oordeelde dat de appellant onrechtmatig had gehandeld op basis van artikel 6:166 BW, dat groepsaansprakelijkheid regelt. De appellant voerde verweer en betwistte de aansprakelijkheid, maar het hof oordeelde dat hij actief betrokken was bij de hennepkwekerij en dat hij had bijgedragen aan de schade die Enexis had geleden.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij de appellant werd veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten. De grieven van de appellant werden verworpen, en het hof concludeerde dat de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:166 BW terecht was aangenomen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van individuen die deelnemen aan onrechtmatige activiteiten, zelfs als zij niet direct betrokken zijn bij de schadeveroorzakende handelingen.