In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep in een civiele procedure met betrekking tot de bewindvoerdersproblematiek. De appellanten, aangeduid als [appellant] en [appellante], hebben hun zaak aangespannen tegen Stichting Wooninc., vertegenwoordigd door hun advocaat mr. P.J.A. van de Laar. De procedure is een vervolg op een eerder vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 12 februari 2015 werd gewezen. Het hof heeft in een tussenarrest van 21 april 2015 een comparitie na aanbrengen gelast, waarna de zaak verder is behandeld.
Tijdens de procedure is gebleken dat de appellanten onder bewind zijn gesteld, wat van invloed kan zijn op de rechtsgang. Het hof heeft vastgesteld dat op 22 januari 2016 bewind is ingesteld over de goederen van zowel [appellant] als [appellante], met benoeming van Libra Bewind B.V. als bewindvoerder. Dit heeft geleid tot de vraag welke gevolgen deze onderbewindstelling heeft voor de lopende procedure. Het hof heeft in overeenstemming met de rechtspraak van de Hoge Raad besloten om de zaak te verwijzen naar de rol, zodat de appellanten de gelegenheid krijgen om hun bewindvoerder op te roepen en zich uit te laten over de gevolgen van de onderbewindstelling.
De uitspraak van het hof houdt in dat de zaak op 20 september 2016 opnieuw zal worden behandeld, waarbij de bewindvoerder de kans krijgt om in het geding te verschijnen. Indien de bewindvoerder het geding overneemt, zal zij zich uitlaten over de gevolgen voor de procedure. Het hof heeft verder aangegeven dat, indien de bewindvoerder het geding niet overneemt, de appellanten de gelegenheid krijgen om zich uit te laten over de situatie. Het hof heeft elke verdere beslissing aangehouden tot de volgende zitting.