Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
[naam verdachte] ,
het hof begrijpt:) Charleroi. (p. 42)
het hof begrijpt: [achternaam verdachte]) heeft mij een vriendschapsverzoek gestuurd via facebook toen ik nog in Roemenië woonde. We spraken af bij mij in het dorp in Roemenië. Ik ben met het vliegtuig gereisd. Op 2 november 2014 ben ik geland in Charleroi. Ik ben opgehaald door [voornaam verdachte] . (p. 127)
ertoe heeft gebrachtzich beschikbaar te stellen tot het verrichten van betaalde seksuele handelingen.
het medenemen van een ander, in casu [slachtoffer 2] . Naar het oordeel van het hof dient ‘medenemen’ te worden begrepen als ‘het met zich voeren van iemand’. Hierbij is niet van belang of die persoon heeft ingestemd met dit (grensoverschrijdend) vervoer en evenmin behoeft te blijken dat de wijze van medenemen zijn of haar keuzevrijheid heeft beperkt. Immers vereist lid 1 onder 3° niet dat – zoals ook de rechtbank heeft overwogen – sprake is geweest van enig dwangmiddel.
uitvoering daarvan is art. 250a, eerste lid, onderdeel 2°, Sr. tot stand gekomen.
Daarin is strafbaar gesteld degene die een persoon aanwerft, meeneemt of ontvoert
met het oogmerk die persoon in een ander land in de prostitutie te brengen. Het
bestanddeel dwang ontbreekt in deze bepaling. Het aanwerven van een persoon voor
prostitutie uit het buitenland (ook de EU) is dus strafbaar, ook al stemt de
aangeworven persoon daarmee in.’ (Kamerstukken II, 2003/04, 29 291, nr. 3, p. 9).
met het oogmerk die ander in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling’.
ongeacht de omstandigheden of deze daarbij vrijwillig betrokken is geraakt dan wel reeds eerder bij prostitutie betrokken was(vgl. HR 6 juli 1999, ECLI:NL:HR:1999: AB9475, NJ 1999/701, rov. 3.3.5 en onder verwijzing hiernaar: HR 10 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:669, rov. 3.4).
zodatzij in de prostitutie kon gaan werken.
Mensenhandel, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
1 (één) maand, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.