ECLI:NL:GHSHE:2016:3602

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 augustus 2016
Publicatiedatum
9 augustus 2016
Zaaknummer
200.161.377_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake huurovereenkomst met betrekking tot benadeling door herstructurering

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep inzake een huurovereenkomst. De appellanten, gezamenlijk aangeduid als [appellanten c.s.], hebben in hoger beroep beroep aangetekend tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 29 oktober 2014 was gewezen. Het hof had eerder op 19 januari 2016 een tussenarrest gewezen waarin het oordeel werd geveld dat [Real Estate] Real Estate B.V. voldoende had aangetoond dat zij benadeeld was door een herstructurering die op 27 december 2012 had plaatsgevonden. Het hof oordeelde dat de appellanten wisten of hadden moeten begrijpen dat deze herstructurering schadelijk was voor [Real Estate].

In het vervolg van de procedure hebben de appellanten aangegeven dat zij niet in staat waren om een minnelijke regeling te bereiken en dat zij gebruik wilden maken van de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren door het horen van getuigen. Het hof heeft hen in deze gelegenheid gesteld en een getuigenverhoor gelast. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 23 augustus 2016, waar de partijen hun verhinderdata voor de maanden september, oktober en november 2016 dienden op te geven. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden tot het getuigenverhoor heeft plaatsgevonden.

De uitspraak van het hof laat de appellanten toe tot het leveren van tegenbewijs tegen de stelling dat [Real Estate] benadeeld is door de herstructurering. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat het getuigenverhoor heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.161.377/01
arrest van 9 augustus 2016
in de zaak van

1.[appellant 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[appellant 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[appellant 3],
wonende te [woonplaats] ,
4.
[appellant 4] ,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
5.
[appellant 5] ,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
6.
[appellant 6] ,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
7.
[appellant 7] ,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
8.
[appellant 8] ,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten,
hierna gezamenlijk aan te duiden als [appellanten c.s.] ,
advocaat: mr. E.J.M. Vannisselroy te Veldhoven,
tegen
[Real Estate] Real Estate B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [Real Estate] ,
advocaat: mr. N.H.A. Kampschreur te Eindhoven,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 19 januari 2016 in het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch onder zaaknummer C/01/271624/HA ZA 13-880 gewezen vonnis van 29 oktober 2014.

5.Het verdere verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 19 januari 2016;
  • het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 30 maart 2016;
  • de akte d.d. 7 juni 2016 van [appellanten c.s.] met 7 producties (genummerd 43 tot en met 49).
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

6.1.
In genoemd tussenarrest heeft het hof overwogen dat naar het oordeel van het hof op voorhand voldoende door [Real Estate] is bewezen dat [Real Estate] in ieder geval tot een bedrag van € 53.004,35 is benadeeld door de herstructurering per 27 december 2012 (rov. 3.8.2.) en dat [appellanten c.s.] wisten dan wel hadden moeten begrijpen dat [Real Estate] door die herstructurering werd benadeeld (rov. 3.8.3.). Voorts heeft het hof overwogen dat [appellanten c.s.] desgewenst in de gelegenheid zullen worden gesteld om tegenbewijs te leveren tegen deze door het hof op voorhand bewezen geachte stellingen. In de akte van 7 juni 2016 hebben [appellanten c.s.] aangegeven dat partijen er niet in zijn geslaagd om een minnelijke regeling te bereiken en dat [appellanten c.s.] gebruik wensen te maken van de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren door het horen van getuigen.
6.2.
Het hof zal [appellanten c.s.] toelaten tot het leveren van bedoeld tegenbewijs en zal daartoe een getuigenverhoor gelasten. De zaak zal thans worden verwezen naar de rolzitting van 23 augustus 2016 voor het opgeven van verhinderdata van de zijde van beide partijen over de maanden september, oktober en november 2016. Gezien het aantal getuigen dat [appellanten c.s.] blijkens de akte van 7 juni 2016 wil laten horen, zal het hof in genoemde periode drie data bepalen voor de enquête en de eventueel te houden contra-enquête.
6.3.
Voor het overige zal het hof iedere beslissing aanhouden.

7.De uitspraak

Het hof:
laat [appellanten c.s.] toe tot het leveren van tegenbewijs tegen de op voorhand bewezen geachte stelling dat [Real Estate] is benadeeld door de herstructurering van NedStars B.V. per 27 december 2012 en dat [appellanten c.s.] wisten dan wel hebben moeten begrijpen dat [Real Estate] door die herstructurering werd benadeeld;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 23 augustus 2016 voor het opgeven van de verhinderdata over de maanden september, oktober en november 2016 aan de zijde van beide partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. T. Rothuizen-van Dijk, J.J. Verhoeven en F.E.J. Beekhoven van den Boezem en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 9 augustus 2016.
griffier rolraadsheer