Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 31 mei 2016;
- de akte van [Kraanverhuur] van 28 juni 2016.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in kort geding van Kraanverhuur B.V. tegen een geïntimeerde. De zaak is ontstaan na een geschil over een loonvordering en de opzegging van de arbeidsovereenkomst tijdens ziekte. De procedure is een vervolg op een eerder tussenarrest van 31 mei 2016, waarin het hof de zaak had verwezen naar de rol voor een akte van Kraanverhuur. In deze akte heeft Kraanverhuur aangegeven geen reactie te geven op de producties van de geïntimeerde, die stelden dat hij op 4 maart en 7 mei 2015 wegens ziekte ongeschikt was om te werken. Het hof heeft vastgesteld dat Kraanverhuur de arbeidsovereenkomst in strijd met een opzegverbod heeft opgezegd, en dat de geïntimeerde deze opzegging terecht heeft vernietigd.
Het hof heeft in het tussenarrest overwogen dat het loon van de geïntimeerde hooguit tot 1 augustus 2015 verschuldigd kan zijn. In de einduitspraak heeft het hof het bestreden vonnis vernietigd en de loonvorderingen van Kraanverhuur met deze beperking toegewezen. De gevorderde verklaring voor recht, wettelijke verhoging, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten in eerste aanleg konden niet alsnog in hoger beroep worden toegewezen. De afgifte van bruto-netto specificaties is beperkt tot de bedragen die betrekking hebben op de maand juli 2015. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.
In de uitspraak heeft het hof Kraanverhuur veroordeeld tot betaling van € 2.892,72 bruto voor het loon over juli 2015, € 231,42 bruto voor vakantiebijslag, en € 517,67 bruto voor overwerk, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is Kraanverhuur veroordeeld tot afgifte van een bruto-netto specificatie, met een dwangsom voor elke dag dat zij in gebreke blijft. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 augustus 2016.