Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4349421 VV EXPL 15-89)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte van [geïntimeerde] met een productie.
3.De beoordeling
grieven 1 en 2hebben betrekking op de vraag of sprake was van een opzegverbod wegens ziekte. Artikel 7:670 lid 1 BW (oud) luidde als volgt:
grief 3klaagt [appellante] over de beslissing van de kantonrechter met betrekking tot het spoedeisend belang van [geïntimeerde] bij zijn vordering. De grief faalt. Het hof is van oordeel de aard van het geschil meebrengt dat sprake is van een spoedeisend belang.