3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
- [appellanten c.s.] hebben via [website 1] [geïntimeerde] benaderd en in april/mei 2012 met hem een overeenkomst van aanneming van werk gesloten. Deze overeenkomst had betrekking op het betegelen van de douche, toilet, keuken, hal, voorraadkast en wasruimte in de aan [appellanten c.s.] in eigendom toebehorende woning tegen betaling van een bedrag per m2. De werkzaamheden maakten onderdeel uit van een grote verbouwing van de woning. [appellanten c.s.] hebben aan [geïntimeerde] een voorschot van € 1.400,00 betaald. [geïntimeerde] is in juli 2012 gestart met de werkzaamheden.
- Bij brief van 31 augustus 2012 hebben [appellanten c.s.] [geïntimeerde] medegedeeld
ontevreden te zijn over de kwaliteit van het door [geïntimeerde] geleverde werk. Zij hebben voorts aangegeven niet te willen dat [geïntimeerde] herstelwerkzaamheden verricht, omdat zij geen vertrouwen meer hebben in zijn bekwaamheid. Zij hebben ten slotte gevorderd dat [geïntimeerde] het door hen betaalde voorschotbedrag van € 1.400,00 terugbetaalt en zij hebben [geïntimeerde] aansprakelijk gesteld voor de als gevolg van de door [geïntimeerde] verrichte werkzaamheden ontstane schade, bestaande uit onder meer herstelkosten.
- Op 3 september 2012 heeft de verzekeringsmaatschappij van [appellanten c.s.]
de heer [deskundige 1] van [Expertises] Expertises een onderzoek laten instellen naar de schade als gevolg van de door [geïntimeerde] verrichte werkzaamheden. In het rapport van [Expertises] Expertises van 6 september 2012 is ten aanzien van de omvang van de schade opgemerkt dat het resultaat van de door [geïntimeerde] verrichte tegelwerkzaamheden als niet acceptabel is aan te merken: lijmresten zijn niet tijdig verwijderd, er zijn kapotte en/of beschadigde tegels gebruikt, de tegels zijn niet goed onderverdeeld en niet waterpas en/of acceptabel geplaatst. Volgens [Expertises] Expertise dient het tegelwerk gedeeltelijk te worden vervangen.
- [geïntimeerde] is op 5 september en 12 september 2012 in de woning van [appellanten c.s.]
geweest om de tegels te reinigen.
- Bij brief van 14 september 2012 heeft de gemachtigde van [appellanten c.s.] aan
[geïntimeerde] bericht dat [geïntimeerde] in verzuim is, omdat hij de reinigingswerkzaamheden niet naar behoren heeft uitgevoerd en ook de overige gebreken niet binnen een redelijke termijn heeft hersteld. Voorts is aan [geïntimeerde] medegedeeld dat [appellanten c.s.] de overeenkomst met [geïntimeerde] ontbinden, dat [geïntimeerde] niet langer in de gelegenheid zal worden gesteld om de gebreken te herstellen en dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de door [appellanten c.s.] als gevolg van de gebreken te lijden schade.
- Op 17 september 2012 hebben partijen samen met een andere tegelzetter, de heer [tegelzetter 2] , de door [appellanten c.s.] aan [geïntimeerde] verweten gebreken in de woning van [appellanten c.s.] bekeken. De heer [tegelzetter 2] heeft een lijst van de te herstellen gebreken opgesteld die mede door [geïntimeerde] is ondertekend.
- Bij brief van 17 oktober 2012 van de DAS aan [geïntimeerde] heeft de gemachtigde van [appellanten c.s.] nogmaals herhaald dat [geïntimeerde] in verzuim is, omdat hij niet binnen de met [appellant] afgesproken termijn het herstel van de gebreken deugdelijk heeft uitgevoerd, en dat de kosten van herstel op hem verhaald zullen worden. [geïntimeerde] is voorts gesommeerd om een bedrag van € 11.340,10 ter zake van schadevergoeding te voldoen, bestaande uit een bedrag van € 9.248,85 exclusief btw (€ 11.191,10 inclusief btw) ter zake van herstelkosten conform een offerte van de heer [tegelzetter 2] en een bedrag van € 150,00 ter zake van kosten voor het vaststellen van de schade door [tegelzetter 2] .
- Bij brief van 4 december 2012 heeft de gemachtigde van [geïntimeerde] aan de
gemachtigde van [appellanten c.s.] medegedeeld dat [geïntimeerde] niet in de gelegenheid is gesteld de gestelde gebreken te herstellen en dat hij niet in verzuim is, zodat hij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor enige schade.
- [appellanten c.s.] hebben uiteindelijk een andere tegelzetter, de heer [tegelzetter 2] , de tegelwerkzaamheden opnieuw laten uitvoeren.
3.2.1.[appellanten c.s.] hebben [geïntimeerde] vervolgens in rechte betrokken en hebben in eerste aanleg gevorderd [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van:
€ 11.208,14 inclusief btw ter zake van herstelkosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 november 2012 tot aan de algehele voldoening;
€ 181,50 inclusief btw ter zake van de kosten voor het vaststellen van de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] en de schade door tegelzetter [tegelzetter 2] ;
€ 561,38 inclusief btw ter zake van de kosten voor het vaststellen van de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] door de heer [deskundige 1] van [Expertises] Expertise;
€ 968,00 inclusief btw ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
de proceskosten inclusief nakosten en het salaris van de gemachtigde.
3.2.2.Aan deze vordering hebben [appellanten c.s.] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
De door [geïntimeerde] uitgevoerde werkzaamheden, bestaande uit het betegelen van de douche, het toilet, de keuken, de hal en de wasruimte, voldoen niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Zo zijn er kapotte tegels geplaatst, zijn tegels scheef geplaatst, zijn de voegen slordig aangebracht en van verschillende diktes, is de douchevloer niet waterdicht en is de mozaïek onjuist toegepast. [geïntimeerde] heeft niet binnen een redelijke termijn de geconstateerde gebreken hersteld, terwijl hij hiertoe, volgens [appellanten c.s.] , wel in de gelegenheid is gesteld. [geïntimeerde] heeft slechts een poging gedaan tot het schoonmaken van de tegels. Ook uit de bevindingen van de heer [tegelzetter 2] en het rapport van de heer [deskundige 1] blijkt dat 70 tot 80 % van de door [geïntimeerde] verrichte werkzaamheden niet goed is uitgevoerd. Voor zover geoordeeld wordt dat [appellanten c.s.] [geïntimeerde] niet in de gelegenheid heeft gesteld de gebreken te herstellen, heeft te gelden dat dit, gelet op de slechte kwaliteit van de verrichte werkzaamheden, niet van [appellanten c.s.] kon worden gevergd (artikel 7:759 lid 1 BW).
3.2.3.[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.3.1.In het bestreden tussenvonnis van 5 september 2013 heeft de kantonrechter, voor zover thans van belang, vastgesteld dat niet is bestreden dat er sprake was van gebreken. De kantonrechter heeft voorts overwogen dat voldoende duidelijk is dat na 31 augustus 2012 geen prijs meer werd gesteld op de werkzaamheden van [geïntimeerde] , zodat moet worden aangenomen dat [geïntimeerde] geen gelegenheid heeft gehad om in eigen beheer tot een voldoende resultaat te komen. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan dat de wijze waarop [geïntimeerde] de werkzaamheden heeft uitgevoerd voldoende blijk geeft van onkunde aan de zijde van [geïntimeerde] . De kantonrechter heeft daarbij in aanmerking gekomen dat de omstandigheden waaronder [geïntimeerde] de werkzaamheden heeft verricht niet in alle opzichten optimaal waren. Nu [geïntimeerde] niet voldoende mogelijkheid is gegeven tot het doen van herstellingen en de in artikel 7:759 lid 1 BW gegeven uitzondering niet toepasselijk kan worden geacht, aangezien het werk feitelijk niet is opgeleverd, hebben [appellanten c.s.] niet de juiste stappen genomen voor het tussentijds ontbinden van de overeenkomst tussen partijen en het vorderen van schadevergoeding, aldus de kantonrechter.
3.3.2.Bij het bestreden eindvonnis van 28 november 2013 heeft de kantonrechter, voor zover thans van belang, op grond van het bovenstaande de vorderingen van [appellanten c.s.] afgewezen en hen veroordeeld in de kosten.