Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] , België
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/265086/HA ZA 13-421)
2.2. Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep ;
- het tegen [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] verleende verstek;
- de memorie van grieven van [appellante] ;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van [geïntimeerde 3] met één productie en eiswijziging;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van [appellante] ;
- de akte tot rectificatie van [appellante] met één productie.
3.De beoordeling
“Uit het proces-verbaal van comparitie blijkt dat [appellante] erkent dat zij een lening bij erflater heeft afgesloten en dat het restantbedrag van € 44.958,00 zoals opgenomen in de boedelbeschrijving juist is.”