De rechtbank heeft dit, zakelijk weergegeven, als volgt gemotiveerd:
“Alhoewel de schuldenares een veelheid aan medische stukken aan de bewindvoerder heeft doen toekomen, welke stukken ook in onderhavige procedure zijn overgelegd, blijkt niet dat de schuldenares niet aan haar arbeidsverplichting zou kunnen voldoen. (…)
De schuldenares heeft ook geen bewijsstukken van de behandeling van haar psychosociale problematiek aan de bewindvoerder gestuurd, maar enkel een afsprakenkaart met de praktijkondersteuner van de huisarts. Desgevraagd heeft de schuldenares verklaard dat zij ook niet bij (het hof leest:) een psycholoog onder behandeling staat en ook niet heeft gestaan. (…)
De rechtbank is op grond hiervan van oordeel dat de schuldenares niet aan haar arbeidsverplichting heeft voldaan. (…)
De rechtbank is voorts van oordeel dat de schuldenares zich onvoldoende aan de sollicitatieplicht, geldend in de schuldsaneringsregeling, heeft gehouden. Uit de door de bewindvoerder verstrekte informatie en het door de schuldenares nader overgelegde overzicht van de door haar verrichte sollicitaties blijkt dat zij te weinig heeft gesolliciteerd, onregelmatig en ook overigens niet conform de regels. (…)
De rechtbank twijfelt derhalve aan de intentie van de schuldenares. (…)
Voorts is de rechtbank van oordeel dat het op de weg van de schuldenares had gelegen te informeren naar het re-integratietraject bij de gemeente. Schuldenares heeft dit nagelaten en slechts een afwachtende houding aangenomen. (…)
Ten aanzien van de informatieplicht is de rechtbank van oordeel dat het aan de schuldenares is om de bewindvoerder van alle informatie te voorzien die voor de schuldsaneringsregeling van belang is. Zij dient dit uit eigen beweging, op tijd en volledig, voorzien van alle bewijsstukken, te doen. Het komt de rechtbank als ongeloofwaardig voor dat de schuldenares nimmer de verslagen van de bewindvoerder heeft ontvangen en derhalve niet op de hoogte zou zijn van het verloop van haar schuldsaneringsregeling. (…)
Ten aanzien van de behandeling van de psychische problemen van de schuldenares is de rechtbank eveneens van oordeel dat de schuldenares in gebreke is gebleven. Zij heeft, naar eigen zeggen, haar behandeling bij de praktijkondersteuner van de huisarts voortgezet, maar geen informatie verschaft. (…)
Daarmee heeft zij ook in strijd met de inlichtingenplicht gehandeld. (…)
De rechtbank ziet geen aanleiding de schuldsaneringsregeling te verlengen, zoals subsidiair de schuldenares verzocht. De schuldenares heeft na voormeld arrest van het Hof een tweede kans gehad. Deze heeft zij niet benut.”