In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Limburg om [appellante] toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had op 22 maart 2016 geoordeeld dat niet voldoende aannemelijk was dat [appellante] de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zou kunnen nakomen. Het hof verwijst naar de feiten van de zaak, waarbij [appellante] een totale schuldenlast van € 73.216,91 had, waaronder een schuld aan Interbank NV van € 56.500,00. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 1 juni 2016 gehouden, waarbij [appellante] werd bijgestaan door haar advocaat, mr. L.H.W. Golsteijn.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellante] nog steeds kampt met psychosociale problematiek en dat haar behandeling bij PsyQ nog niet is afgerond. Ondanks haar stelling dat het beter met haar gaat, heeft het hof geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat haar problemen beheersbaar zijn. Het hof heeft ook opgemerkt dat een te vroege toelating tot de schuldsaneringsregeling ernstige gevolgen kan hebben, zoals een voortijdige beëindiging van de regeling en een verbod op nieuwe verzoeken voor de komende tien jaar. Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht het verzoek van [appellante] heeft afgewezen en heeft het vonnis bekrachtigd.