4.1De vaststelling van de feiten in het eindvonnis van 3 september 2014 onder 2. is niet bestreden zodat het hof ook in hoger beroep hiervan uitgaat. Deze vaststelling luidt als volgt (met een aangepaste nummering):
Prisma is een onderneming die zowel zelfstandig als in samenwerking met ondernemers zich bezighoudt met de ontwikkeling en exploitatie van supermarkten, de ontwikkeling van supermarktformules, commerciële concepten en activiteiten voor supermarkten, de levering van producten aan deze supermarkten, het (laten) ontwikkelen van nieuwe producten en het verlenen van diensten ten behoeve van deze supermarkten, alles in de ruimste zin van het woord.
Prisma heeft onder meer de supermarktformule “MeerMarkt” ontwikkeld.
Medio 2007 hebben partijen onderhandelingen gevoerd die hebben geleid tot de bevestigingsbrief van 23 juli 2007, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“Hierbij bevestigen wij de afspraken die u op 20 juli 2007 heeft gemaakt met de heren [medewerker van PFR BV 1] en [medewerker van PFR BV 2] van Prisma Food Retail BV.
Wij zijn het erover eens geworden, dat u als zelfstandig ondernemer, de exploitatie van de MeerMarkt-supermarkt zult gaan voeren aan de [vestigingsadres] te ( [postcode] ) [vestigingsplaats] . (…) De eventuele kosten welke gerelateerd zijn aan het vervangen van de “MeerMarkt” signing in ‘Spar’, zal de organisatie voor haar rekening nemen.(…)”
4) Prisma heeft [appellanten c.s.] voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomsten een begroting ter beschikking gesteld. De begroting is gebaseerd op historische ervaringscijfers, zie hierna artikel 5 lid 6 van de samenwerkingsovereenkomst. Op de eerste pagina van die begroting (productie 1 bij conclusie van antwoord) is het volgende opgenomen:
“de geprognotiseerde cijfers zijn zo zorgvuldig mogelijk samengesteld, doch hebben een indicatief karakter. Er kunnen geen aansprakelijkheidsstelling of andere rechten aan worden ontleend, omdat realisatie onder meer afhankelijk is van de kwaliteiten en de inzet van de ondernemer en van andere facturen, die door Prisma food Retail BV niet kunnen worden beïnvloed.”
5. Verder is in de begroting een managementsamenvatting opgenomen, waarin is vermeld dat de cijfers betrekking hebben op de MeerMarkt-formule. Daarnaast is een winst- en verliesrekening in de begroting opgenomen, alsmede een specificatie daarvan in de vorm van een overzicht van de opbrengsten en de bedrijfskosten, waaronder de personeelskosten, energiekosten, servicekosten en rentekosten.
6. Vervolgens zijn de volgende vier overeenkomsten gesloten.
7. Bij koopovereenkomst van 15 augustus 2007 heeft de heer [vennoot 1] het levensmiddelenbedrijf, zoals dat werd uitgeoefend in het pand staande en gelegen aan de [vestigingsadres] te [vestigingsadres] (hierna: de supermarkt), gekocht van Prisma voor een totaalbedrag van € 226.554,41 (inventaris € 5.801,=, bouwkundige voorzieningen
€ 56.199,=, goodwill € 75.000,= en afname voorraad € 89.554,41).
In de koopovereenkomst zijn de volgende, voor deze zaak relevante, bepalingen opgenomen:
“ Artikel 1
(…) Deze verkoop omvat het bedrijf waaronder de goodwill en in de omvang zoals het tot de dag van aanvaarding door verkoper wordt uitgeoefend, (…)
Artikel 3
Betaling van de koopprijs zal plaatsvinden op de datum van overname van het bedrijf door koper. (…) Bij gebreke van tijdige betaling zal de koper aan de verkoper een rente over de onbetaald gebleven koopprijs verschuldigd zijn van0,02 % per valutadag, zulks met ingang van de datum dat koper in gebreke is tot de datum van algehele voldoening.
Artikel 4
Koper zal het bedrijf aanvaarden op 1-10-2007 en vanaf die datum het bedrijf op zijn naam en voor zijn rekening voeren.
Artikel 5
Koper is verplicht het thans bij het verkochte bedrijf in dienst zijnde personeel onder dezelfde arbeidsvoorwaarden over te nemen. Een gespecificeerde opgave terzake is aan deze overeenkomst gehecht (bijlage 2). Partijen gaan ervan uit dat het bepaalde in de artikelen 7:622 t/m 666 BW van toepassing is, zodat bedoelde personeelsleden vanaf de datum van overdracht van rechtswege bij koper in dienst zijn. (…)
Artikel 15
Deze overeenkomst is onlosmakelijk verbonden aan de brief d.d. 23 juli 2007 bevestiging afspraken overname MeerMarkt [vestigingsnaam] .”
Op 15 augustus 2007 hebben Prisma en de heer [vennoot 1] verder een samenwerkingsovereenkomst gesloten, die kort gezegd inhoudt dat Prisma een winkelformule van Prisma ter beschikking stelt aan [appellanten c.s.] , waar tegenover staat dat laatstgenoemde betaalt voor het gebruik van de formule en waarbij [appellanten c.s.] verplicht is de voor de exploitatie van de supermarkt benodigde consumentengoederen en diensten af te nemen van Prisma.
In de samenwerkingsovereenkomst is de volgende relevante bepaling opgenomen:
“Artikel 5 Zelfstandig Ondernemerschap
(…)
6. Indien aan Ondernemer een exploitatiebegroting is verstrekt, is deze in onderling overleg tussen Prisma en Ondernemer, op basis van ervaringscijfers, tot stand gekomen. Indien en voor zover Prisma daarover beschikt, zal Prisma de historische omzetgegevens aan Ondernemer verstrekken; echter alleen indien deze zijn voorzien van een accountantsverklaring. Voorts zal Prisma, indien dat voorhanden is, aan Ondernemer een door een onafhankelijke instantie reeds uitgevoerd vestigingsplaatsonderzoek verstrekken. Prisma en Ondernemer verklaren dat de verstrekte exploitatiebegroting en de daaraan ten grondslag liggende gegevens en bescheiden, voor wat betreft de overige punten anders dan de omzetgegevens in die exploitatiebegroting, naar beste weten en kunnen en op zorgvuldige wijze zijn opgesteld.”
De afspraken met betrekking tot het beschikbaar stellen van de in de samenwerkingsovereenkomst bedoelde formule zijn vastgelegd in de “formule-overeenkomst Meermarkt” van 15 augustus 2007, op grond waarvan de heer [vennoot 1] gerechtigd is de supermarkt te exploiteren met toepassing van de Meermarkt formule die Prisma heeft ontwikkeld.
Tot slot is de heer [vennoot 1] een huurovereenkomst aangegaan, op grond waarvan Prisma Vastgoed BV gevestigd te [vestigingsplaats] (hierna: Prisma Vastgoed) het winkelpand aan de [vestigingsadres] te [vestigingsplaats] met ingang van 1 oktober 2007 onderverhuurt aan de heer [vennoot 1] .
De rechten en plichten uit hoofde van voornoemde overeenkomsten zijn ingebracht in de vennootschap onder firma VOF Meermarkt [vestigingsnaam] .
De heer [vennoot 1] had ten tijde van het aangaan van voornoemde overeenkomsten ruim 18 jaar ervaring als bedrijfsleider bij twee verschillende supermarkten.
Voordat [appellanten c.s.] de exploitatie van de supermarkt overnam, exploiteerde de heer [voormalige exploitant] (hierna: [voormalige exploitant] ) de supermarkt. De supermarkt is een ‘seizoenswinkel’, dat wil zeggen met pieken qua omzet in de vakantieperiodes (in verband met de aanwezigheid van campings in de directe nabijheid) en weken met lagere gemiddelde weekomzetten in de overige periodes. Deze pieken en dalen zijn door Prisma zichtbaar gemaakt in het overzicht dat zij als productie 12 bij conclusie van antwoord in reconventie heeft overgelegd. Ter illustratie wordt gewezen op week 5 van het jaar 2008, welke week ten opzichte van de andere weken een hogere omzet laat zien; het was toen carnavalsvakantie.
[retailspecialist] , een retailspecialist, heeft als adviseur en boekhouder opgetreden voor zowel [voormalige exploitant] als [vennoot 1] .
In een persbericht van 6 juli 2007 is aangekondigd dat de directies van Spar, Sperwer en Sligro Food Group NV (de moedermaatschappij van Prisma) het voornemen hadden om hun activiteiten voor de kleine en middelgrote levensmiddelendetailhandel (Spar, MeerMarkt en Attent) te bundelen in Spar Holding BV.
Partijen waren ten tijde van het sluiten van de overeenkomsten in augustus 2007 ervan op de hoogte dat Sligro Food Group NV voornemens was de MeerMarkt-formule over te dragen aan Spar Holding BV (hierna: Spar).
Partijen hebben uiteindelijk van 1 oktober 2007 (week 40) tot en met 24 februari 2008 (week 8) samengewerkt, derhalve in totaal 21 weken. Daarna heeft Sligro Food Group NV de MeerMarkt-formule overgedragen aan Spar. In dat kader is de huurovereenkomst op 18 maart 2008 door Prisma Vastgoed overgedragen aan Spar. Met ingang van 24 februari 2008 exploiteerde [appellanten c.s.] de supermarkt onder de naam VOF Spar [vestigingsnaam] .
De daadwerkelijk door [appellanten c.s.] gemaakte kosten bleken hoger te zijn en de daadwerkelijk behaalde omzet bleek lager te zijn dan Prisma voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten had geprognosticeerd.
[appellanten c.s.] heeft - ondanks sommaties daartoe - niet de volledige koopsom van de supermarkt aan Prisma voldaan. [appellanten c.s.] heeft een bedrag van € 58.556,99 onbetaald gelaten.
Inmiddels heeft [appellanten c.s.] de supermarkt aan Spar verkocht.
Prisma heeft op 21 december 2009 ten laste van [appellanten c.s.] conservatoir beslag doen leggen op het woonhuis van [appellanten c.s.] .
Bij dagvaarding van 19 januari 2010 heeft Prisma de onderhavige procedure tegen [appellanten c.s.] aanhangig gemaakt.