Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 17 maart 2015;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] ;
- de akte van [appellanten c.s.] ;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] .
6.De verdere beoordeling
Een loods met ondergrond, erf en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan het [adres 1] te [plaats] , kadastraal bekend gemeente Rijsbergen, sectie [sectieletter] nummers [sectienummer 1] , groot twaalf aren vijf en twintig centiaren en [sectienummer 2] , groot negentien aren, totaal groot een en dertig aren vijf en twintig centiaren,”. Als productie 23 bij de antwoordakte d.d. 12 november 2014 in eerste aanleg heeft [geïntimeerde] daarnaast de koopovereenkomst van het perceel [adres 1] d.d. 24 februari 2006 overgelegd. Bijlage 3 bij deze koopovereenkomst betreft een uittreksel kadastrale kaart waarop het gekochte gearceerd is aangeduid. [geïntimeerde] heeft op 15 oktober 2012 de kadastrale grens van het perceel [adres 1] zichtbaar laten maken (bij welke meting de heer [appellant] aanwezig is geweest) en als productie 3 bij de dagvaarding in eerste aanleg het relaas van bevindingen overgelegd. Als productie 4 bij voornoemde dagvaarding heeft [geïntimeerde] een luchtfoto overgelegd waarop middels een lijn de kadastrale grens – zoals op 15 oktober 2012 zichtbaar gemaakt – is ingetekend. Het hof constateert dat de perceelaanduidingen op de kadastrale kaart bij de koopovereenkomst d.d. 24 februari 2006 overeenkomen met het als productie 3 bij de dagvaarding in eerste aanleg overgelegde relaas van bevindingen en de als productie 4 bij de dagvaarding in eerste aanleg overgelegde afbeelding aangegeven grens.
de vrijstaande woning met garage/schuur, schapenstal, kippenhok, ondergrond, erf, tuin, landbouwgrond en verdere aanhorigheden, staande en gelegen te [postcode] [plaats] , [adres 2] , kadastraal bekend gemeente Rijsbergen sectie [sectieletter] nummer [sectienummer 3] , groot één hectare tweeënzestig aren tachtig centiaren,”.In artikel 7 van voornoemde leveringsakte is daarbij bepaald:
“Het is koper voldoende bekend dat de oprit van het verkochte, met bijbehorende erfverharding, zich deels bevindt op het aangrenzende perceel kadastraal bekend gemeente Rijsbergen sectie [sectieletter] nummer [sectienummer 1] . Voor dit gebruik is géén persoonlijk recht dan wel erfdienstbaarheid gevestigd. Derhalve behoort een deel van deze oprit niet tot het verkochte. Het al dan niet (mogen) gebruiken van deze oprit geschiedt voor eigen rekening en risico van koper. Als bijlage in voormelde koopovereenkomst is gesloten een kadastrale veldtekening waarop nauwkeurig is aangegeven de kadastrale grenzen tussen de percelen kadastraal bekend gemeente Rijsbergen, sectie [sectieletter] nummers [sectienummer 3] en [sectienummer 1] . Koper verklaart zich bekend met de inhoud van deze bijlage”. De kadastrale veldtekening waarnaar artikel 7 verwijst is niet in het geding gebracht. [appellanten c.s.] geven aan dat zij de tekening niet in hun bezit hebben. Het hof deelt het oordeel van de rechtbank op dit punt opgenomen in het vonnis van 24 december 2014 in rechtsoverwegingen 2.3 en 2.4. Dat geldt temeer nu ook in hoger beroep gesteld noch gebleken is dat er op de (niet overgelegde) kadastrale veldtekening waarnaar verwezen wordt in genoemd artikel 7 andere perceelgrenzen zijn opgenomen dan waaraan [geïntimeerde] refereert.
dat zij sedert oktober 1998 eigenaar zijn van de woning aan het [adres 3] te [plaats] ; dat zij vanuit hun perceel direct zicht hebben op de woning [adres 2] ; dat de met betonklinkers verharde oprit vanaf de openbare weg [straat] naar het woonhuis met de garage gelegen aan het adres [adres 2] te [plaats] altijd onafgebroken in gebruik is geweest bij de eigenaars en bewoners van genoemde woning; dat zij er steeds van uit zijn gegaan dat die oprit bij de woning [adres 2] behoort en gelegen is op het erf van [adres 2] en ten behoeve van de toegang tot die woning is aangelegd; dat de huidige bewoners – de familie [appellant] – alsook de vorige bewoners van de woning [adres 2] – de familie [familie] – altijd gebruik hebben gemaakt van de betreffende oprit en wel zodanig dat ondergetekenden er altijd en zonder meer van zijn uitgegaan dat de oprit bij de woning [adres 2] behoorde”.
“De thans aanwezig oprit van de openbare weg naar het pand [adres 2] te [plaats] er reeds lag bij hun aankoop van genoemde pand in december 1997; Er sindsdien met betrekking tot ligging, vorm en bestrating van de oprit geen veranderingen zijn aangebracht; Er bij bovengenoemde aankoop geen beperkende bepalingen aan ligging, gebruik en eigendom van de oprit gesteld zijn, zodat de oprit volledig tot het eigendom van het desbetreffende onroerend goed behoorde.”.
“dat bovenstaande oprit er reeds lag ten tijde van de aankoop en eigendomsoverdracht medio 2006. Deze oprit loopt hierbij vanaf de openbare weg naar de woning [adres 2] te [postcode] [plaats] . (…) verklaart tevens dat er vanaf de eigendomsverkrijging (2006) er sindsdien met betrekking tot de ligging, vorm en bestrating van deze oprit géén veranderingen zijn aangebracht.”
“Vanaf 1965 t/m 1987 hebben wij in de woning [adres 2] gewoond. Daarna heeft onze zoon en zijn vrouw (…) de woning gekocht en daar tot en met 1997 gewoond. Wij hebben de schuur nog tot en met 2000 in eigendom gehad. Deze schuur is nu eigendom van mevrouw [geïntimeerde] . Over de oprit van de woning [adres 2] kunnen we verklaren dat er een oprit/toegang naar de woning was direct naast de woning. De oprit die de eigenaar van [adres 2] nu heeft, namelijk helemaal rechts op het perceel direct naast de schuur van [geïntimeerde] , was er in ieder geval begin 1997 nog niet.”.
Wij hebben de verklaring van de heer [verkoper sr.] en mevrouw [getuige 3] gelezen en kunnen de juistheid daarvan geheel bevestigen. Op de foto uit 1995 is ook duidelijk te zien waar de oprit toen lag en dat was pal naast de woning. De oprit die [appellant] nu heeft ligt helemaal rechts van het perceel en was er toen niet. Daar ligt trouwens een strook grond die nog bij de schuur [adres 1] hoort. De schuur heeft aan die kant ook openslaande deuren.”