Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 29 december 2015;
- een akte zijdens Enexis met de bijlagen 1 tot en met 22.
9.De verdere beoordeling
6.516,720(3/5e x 10.861,200 uit de bloeifase)
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van een appellant voor schade die is ontstaan door diefstal van elektriciteit ten behoeve van hennepteelt. De appellant, die in een woning verbleef waar een hennepkwekerij was aangetroffen, werd door Enexis B.V. aangesproken op basis van artikel 6:166 van het Burgerlijk Wetboek, dat groepsaansprakelijkheid regelt. Het hof oordeelde dat de appellant, hoewel hij niet de eigenaar of huurder van de woning was, toch aansprakelijk was voor de schade die Enexis had geleden door het illegaal afnemen van elektriciteit. De appellant had immers bijgedragen aan de hennepkwekerij door de planten water te geven en had voordeel genoten van zijn verblijf in de woning.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant vanaf 1 november 2009 in de woning verbleef en dat er op 12 januari 2010 een politie-inval plaatsvond waarbij de hennepkwekerij werd ontdekt. De appellant had erkend dat hij betrokken was bij de kwekerij, maar betwistte de omvang van de schade die Enexis had geleden. Het hof oordeelde dat de schadevergoeding van € 4.264,76 terecht was toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de constatering van het onrechtmatig handelen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank Breda voor wat betreft de schadevergoeding, maar bekrachtigde het vonnis voor het overige, inclusief de proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de toepassing van groepsaansprakelijkheid in gevallen van onrechtmatig handelen en de verantwoordelijkheden van individuen binnen een groep, zelfs als zij niet direct betrokken zijn bij het onrechtmatige gedrag.