In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Aspen International Europe B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de beëindiging van een huurovereenkomst voor een Café-Bar-Club, die door Aspen werd gehuurd van een Belgische verhuurder. De huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van twee jaar met een optie voor nog eens twee jaar, maar Aspen stelt dat de overeenkomst per 31 augustus 2012 is beëindigd. De verhuurder, aangeduid als [geïntimeerde], betwist deze beëindiging en vordert betaling van achterstallige huur. Het hof heeft in eerdere tussenarresten al enkele vorderingen van [geïntimeerde] afgewezen en de procedure voortgezet. Aspen vordert in hoger beroep onder andere de verklaring van het conservatoir beslag en betaling van een bedrag van € 9.149,85. Het hof heeft vastgesteld dat Aspen een waarborgsom van € 25.000,- heeft betaald en dat er onduidelijkheid bestaat over de beëindiging van de huurovereenkomst. Het hof concludeert dat Aspen mocht vertrouwen op een e-mail van [geïntimeerde] waarin de beëindiging van de huurovereenkomst werd voorgesteld. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van € 6.749,85 aan Aspen, alsook de proceskosten van beide instanties.