Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 2912123 CV EXPL 14-3498)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven van 21 april 2015 met drie producties;
- de memorie van antwoord van 30 juni 2015 met één productie.
3.De beoordeling
De meter werd aangeboden met eenvreemde loden verzegeling(…).
Hennepkwekerij in [plaats] [adres] [postcode] . Op 28 november wordt daar geknipt. Het gaat om de 5e verdieping van een flat. Er woont hier een oudere man alleen. Er wordt al meer dan een jaar gekweekt.”
Melder heeft:het zelf waargenomen”
€ 272,00
de kosten gemaakt in opdracht van de politie”. Kennelijk doelt [appellant] daarmee op de
“vooronderzoekskosten” van € 614,00. Uit de reactie van Enexis (mva 64 en 65) blijkt dat zij dit ook zo heeft opgevat.
Enexis heeft foto’s overgelegd van de op 14 december 2010 in de woning aangetroffen situatie (bijlage 25).
Indien een gebruiker of degene op wiens naam de elektriciteitsmeter staat geregistreerd de aldus aannemelijk gemaakte energieafname betwist, zal deze daar concrete feiten en gegevens tegenover moeten stellen waaruit blijkt dat van een andere berekening moet worden uitgegaan. Stelt een afnemer of contractant onvoldoende concrete feiten en gegevens, dan blijft in situaties waarin de meter is gemanipuleerd de omstandigheid dat niet precies kan worden vastgesteld over welke periode is geteeld voor rekening en risico van de afnemer/contractant en wordt aan het leveren van tegenbewijs niet toegekomen, omdat niet aan de stelplicht is voldaan.
datde shunt’s van de onder de zorgplicht van [appellant] vallende kWh-meter meerdere keren open heeft gestaan en voorts, dat [appellant] daar geen plausibele verklaring voor geeft. Nu het niet voor de hand ligt om tegelijkertijd zowel de shunt’s open te zetten als een magneet op de meter te zetten, zoals Enexis terecht heeft betoogd, is de door Enexis getrokken conclusie, dat in het verleden de fraude werd gepleegd door het openzetten van de shunt’s en later door de magneet, gerechtvaardigd. Dit duidt op meerdere teelten gedurende een langere periode. Wat ook in dit verband meeweegt is dat de meterkap op de plaats waar de magneet was bevestigd zeer veel beschadigingen vertoont, hetgeen is waar te nemen op de in de memorie van antwoord opgenomen detailfoto (mva 18), welke foto ook in eerste aanleg was overgelegd (bijlage 25, p. 4 van 31). Dat is een sterke aanwijzing voor het vele malen monteren en demonteren van de magneet op de kap. Het hof neemt op de eveneens in de memorie van antwoord opgenomen detailfoto’s (mva 19 en 20; ook in eerste aanleg overgelegd, bijlage 25, p. 3 en 4 van 31) waar dat de magneet met een speciale beugel op de meterkap was geschroefd, wat inderdaad (zoals Enexis betoogt) een aanwijzing is dat (de)montage van de magneet niet dagelijks zal zijn voorgekomen.
Ten slotte neemt het hof ook in aanmerking dat [appellant] aantoonbaar een onjuistheid stelt, nu hij aanvoert dat de aangetroffen persoonlijke eigendommen ten tijde van de ontdekking van de hennepkwekerij op 14 december 2010 al minstens tien jaar oud waren (mvg ad grief II), terwijl, zoals Enexis terecht memoreert, de 200 biljetten van € 50,-- pas na 1 januari 2002 in omloop kwamen.
veertieneerdere teelten sprake is geweest.
[plaats] , [adres] [postcode] , 5e verdieping van een flat”) en een concrete vermelding van wie de woning bewoont (
“een oudere man alleen”). Ook meldt de bron dat de wetenschap op eigen waarneming is gebaseerd. Op zichzelf genomen kan een ieder die [appellant] kent en kwaad wil, deze melding doen, op de hoogte zijnde van voornoemde gegevens, maar feit blijft dat twee jaar later inderdaad op die plaats, in [appellant] ’s woning, een hennepkwekerij wordt aangetroffen. Dat aspect weegt zwaar en [appellant] geeft er geen enkele, laat staan een plausibele, verklaring voor.
Ten slotte betekent het enkele feit dat op de MMA-melding niet meteen actie is ondernomen niet dat de melding niet betrouwbaar was. Voor die conclusie zijn nadere omstandigheden nodig, die evenwel niet zijn gesteld of gebleken.
Voor wat betreft de eveneens van de MMA-melding deel uit makende informatie dat “
er al meer dan een jaar wordt gekweekt”ligt het naar het oordeel van het hof anders. Hier is het immers, anders dan bij de gemelde concrete plaatsaanduiding en bewoning (daar betreft het feiten), niet duidelijk of de melding dat er al meer dan een jaar wordt gekweekt ook een waargenomen feit betreft of een schatting. Dat laatste is zeker niet uit te sluiten en evenmin na te gaan, nu de melding anoniem is.
Evenmin werpt de verwijzing door [appellant] naar de verklaring van een andere fraude-inspecteur in een andere strafzaak een ander licht op de onderhavige zaak. De verklaring heeft geen betrekking op de in de onderhavige zaak aangetroffen situatie is bovendien zeer algemeen van aard.