Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
de helft van de opbrengst van de echtelijke woning; (…)
- de helft van de op de echtelijke woning rustende hypotheekverplichting;
- de helft van de creditcardschuld bij Mastercard;
- de helft van de creditcardschuld bij ING-card;
- de helft van het krediet bij de Postbank; (…).
- 50% van de betaalde hypotheekrente € 6.807
- 100% van het huurwaardeforfait € 2.304
- 50% van de rente over voordeelkrediet € 2.025
- 50% van de rente over de creditcardschuld € 626
- 50% van de premie woonverzekering € 300
- 50% van de premie overlijdensrisicoverzekering € 450
3.Geschil alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Inspecteur concludeert in het hoger beroepschrift tot gegrondverklaring van het hoger beroep en ongegrondverklaring van het incidenteel hoger beroep en tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- verklaart het incidentele hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank;
- veroordeelt de Inspecteur in de door belanghebbende gemaakte kosten van het geding bij het Hof, vastgesteld op € 19,58, en
- bepaalt dat van de Inspecteur ter zake van het door hem ingestelde hoger beroep door tussenkomst van de griffier een griffierecht wordt geheven van € 493.