Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[CB] Benelux B.V.,
Coöperatieve Rabobank U.A.,voorheen genaamd
Coöperatieve Rabobank [vestigingsnaam] U.A.,
6.Het verdere verloop van de procedure
- voornoemd tussenarrest van 1 december 2015;
- de door de Rabobank genomen akte inbreng producties, waarbij producties zijn overgelegd;
- de door CB genomen akte, waarbij producties zijn overgelegd;
- de door [appellante] genomen antwoordakte;
- de door de Rabobank genomen akte opvolging als gevolg van juridische fusie.
7.De verdere beoordeling
De crediteur(noot hof: [appellante] )
verbindt zich mitsdien jegens de bank, die dit aanneemt, om gehele noch gedeeltelijke voldoening van de vermelde vordering(en) op de debiteur en de daarover verschuldigde rente aan te nemen, deze vorderingen(en) en de daarover verschuldigde rente niet in verrekening te brengen, niet te vervreemden of te bezwaren en geen zekerheid voor deze vordering(en) en de daarover verschuldigde rente van de debiteur te accepteren, zolang de bank nog enige vordering op de debiteur heeft of kan verkrijgen, tenzij hij van de bank daarvoor vooraf schriftelijke toestemming heeft verkregen.”Gelet op deze nog steeds bestaande bevoegdheid van de Rabobank dient al het door [appellante] gevorderde thans te worden afgewezen. Dit is niet anders als art. 5 van de schuldbekentenis zo moet worden uitgelegd als [appellante] heeft aangevoerd in nr. 5 en de nrs. 66 en verder van haar memorie van grieven.