Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond, en
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de WOZ-waarde van een twee-onder-een-kapwoning, gelegen aan [a-straat] 19 te [woonplaats]. De Heffingsambtenaar heeft de waarde vastgesteld op € 307.000 per 1 januari 2012, wat door belanghebbende wordt betwist. Belanghebbende heeft in hoger beroep een lagere waarde van respectievelijk € 273.000, € 281.000 en € 289.000 verdedigd. De Rechtbank Limburg heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting op 5 februari 2016 zijn beide partijen gehoord. De Heffingsambtenaar heeft de waarde onderbouwd met een taxatierapport, waarin de waarde van de onroerende zaak is bepaald aan de hand van vergelijkingsobjecten. Het Hof heeft geoordeeld dat de Heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De grieven van belanghebbende, die zich richtten op de bruikbaarheid van referentieobjecten en verschillen in objectkenmerken, zijn door het Hof verworpen. Het Hof concludeert dat de waarde van de onroerende zaak per de waardepeildatum correct is vastgesteld en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
De beslissing van het Hof houdt in dat het hoger beroep ongegrond is en dat er geen redenen zijn voor een proceskostenvergoeding. Beide partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.