In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 mei 2015 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van gekwalificeerde diefstal, maar hem wel veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De Hoge Raad vernietigde het eerdere arrest en verwees de zaak terug naar het hof voor herbehandeling van de strafoplegging. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, na te hebben vastgesteld dat de redelijke termijn van de strafvervolging was geschonden. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het telen van ongeveer 789 hennepplanten in 2007, wat een aanzienlijke hoeveelheid is. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en diverse artikelen van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en het arrest is ter openbare terechtzitting uitgesproken.