ECLI:NL:HR:2012:BX6764
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzettelijk hennep telen en bewijsvoering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1966 en wonende te Oisterwijk, was veroordeeld voor het opzettelijk telen van hennepplanten. Het Gerechtshof had bewezen verklaard dat de verdachte in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 5 december 2007 ongeveer 789 hennepplanten had geteeld in een perceel aan de [a-straat 1]. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij mr. G.J.P.M. Mooren als advocaat optrad. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, met terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof voor herbehandeling.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, omdat de bewezenverklaring niet naar de eisen der wet met redenen was omkleed. Het middel dat door de verdediging was voorgesteld, klaagde dat de bewezenverklaring ontoereikend was gemotiveerd. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsvoering, zoals weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal, niet voldoende was om de opzettelijke teelt van hennep door de verdachte te onderbouwen. Hierdoor kon de bestreden uitspraak niet in stand blijven. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar deze opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering van de bewezenverklaring in strafzaken, vooral in gevallen waar de bewijsvoering niet eenduidig is. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke rol gespeeld in het waarborgen van rechtsbescherming voor verdachten in het strafrecht.