Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 3864514 \ CV EXPL 15-1437)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
3.De beoordeling
"Deze verordening is slechts van toepassing op rechtsvorderingen die zijn ingesteld (…) op of na 10 januari 2015".Op rechtsvorderingen die vóór die datum zijn ingesteld is de EEX-Verordening (EU-verordening 44/2001 van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken) nog van toepassing, welke verordening per genoemde datum door de Herschikte EEX-Verordening is vervangen.
"1.
Buiten de gevallen waarin zijn bevoegdheid voortvloeit uit andere bepalingen van deze verordening, is het gerecht van een lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd. Dit voorschrift is niet van toepassing indien de verschijning ten doel heeft de bevoegdheid te betwisten, of indien er een ander gerecht bestaat dat krachtens artikel 24 bij uitsluiting bevoegd is.2. In aangelegenheden als bedoeld in afdelingen 3, 4 of 5, waarin de polishouder, de verzekerde, een begunstigde van een verzekeringsovereenkomst, de benadeelde partij, de consument of de werknemer verweerder is, vergewist het gerecht zich ervan, alvorens bevoegdheid op grond van lid 1 te aanvaarden, dat de verweerder op de hoogte is gebracht van zijn recht de bevoegdheid van het gerecht te betwisten en van de gevolgen van verschijnen of niet-verschijnen."
Om die reden dient het vonnis waarvan beroep te worden vernietigd, met inbegrip van de ten laste van [Advocaten] uitgesproken proceskostenveroordeling (waarop haar tweede grief ziet).
Artikel 7 van de Herschikte EEX-Verordening luidt, voor zover thans van belang: