Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
12.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 3 februari 2015;
- de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 10 juli 2015;
- de akte van [Architectural Projects Nederland] van 1 september 2015.
13.De verdere beoordeling
Indien de schuldenaar geen consument is, is art. 2 BIK van aanvullend recht. Het staat de rechter echter vrij, met inachtneming van de hiervoor in 3.5.3 genoemde motiveringseis, bij de toepassing van art. 242 Rv een in een B2B-relatie bedongen incassobeding ambtshalve te matigen tot het bedrag dat overeenkomstig art. 2 BIK wordt begroot, indien niet wordt gesteld en bij betwisting aannemelijk wordt gemaakt dat de werkelijke kosten hoger zijn dan dat bedrag. (…)
eenrol bij de beoordeling van de redelijkheid van de gevorderde buitengerechtelijke kosten (zie ook de Hoge Raad in de beantwoording van de derde vraag). Datzelfde geldt ten aanzien van een met de rechtsbijstandverlener gemaakte tariefafspraak.
14.De uitspraak
wijst de vordering toe zoals door de eisende partij is gevorderd, zulks met inachtneming van het bovenstaande”) en de laatste alinea van het dictum (“
wijst af het meer of anders gevorderde”) betreft,