Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
2(onderstreping hof);
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
6.De gronden van het hoger beroep
7.De beoordeling
de verklaringen van de man, ter comparitie afgelegd” blijkt namelijk duidelijk dat de man geen aanspraak op een gebruiksvergoeding wenste te maken over die eerste zes maanden omdat hij er vanuit ging dat de woning binnen één jaar zou zijn verkocht. (mvg, pt. 12)
Tussen partijen is niet in geschil dat afgesproken is dat de vrouw met de kinderen in de echtelijke woning blijft wonen tot aan de verkoop, dat de man de hypotheekrente voldoet en de overige eigenaarslasten en de vrouw het onderhoud doet. Er is daarbij geen gebruiksvergoeding ten laste van de vrouw en ten behoeve van de man afgesproken”. (mvg, pt. 13)
Grief 1, onderdeel (1) faalt mitsdien.
BT8456. Deze beschikking betrof overigens artikel 1:165 BW)).
Zo de vrouw in dit onderdeel van haar grief al heeft beoogd te stellen dat partijen hebben afgesproken dat geen gebruiksvergoeding behoeft te worden betaald (naar de letter opgevat, betoogt zij dit namelijk niet) heeft de man die stelling voldoende gemotiveerd weersproken. Aangezien de vrouw verder geen bewijs heeft aangeboden van haar stelling, faalt grief 1, onderdeel (2) eveneens.
nuaanspraak maakt op een gebruiksvergoeding omdat de verkoop van het huis hem te lang duurt” (onderstreping vrouw).