Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 14 juli 2010 te Breda ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer vuurwapen(s) een of meer kogel(s) heeft/hebben afgevuurd op [slachtoffer 2] , althans de woonwagen waarin [slachtoffer 2] zich bevond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2010 tot en met 12 april 2011, althans in of omstreeks de periode van 1 november 2010 tot en met 15 februari 2011 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) wapen(s) van categorie III, te weten een vuurwapen, merk Glock, type 26 van het kaliber 9 x 19 mm en een patroonhouder, merk Ruger en/of munitie van categorie III, te weten 22 patronen van het kaliber 9 x 19 mm, voorhanden heeft gehad.
- om 23.06.03 uur stopt een bestelbusje op de toegangsweg naar het woonwagenkamp aan de Rijnauwenstraat te Breda voor de woonwagen van [getuige 1] .
- om 23.06.11 uur stapt een persoon uit via het rechter voorportier en drie personen lopen aan de zijde van het rechter achterportier (schuifdeur) langs het voertuig.
- zij lopen richting het bordes met voordeur van de woonwagen.
- nog twee personen stappen uit en lopen achter de vier personen aan.
- via het linker voorportier van de bestelbus stapt een persoon uit.
- een persoon met een petje op loopt in de richting van de trappen aan de rechterzijde van het bordes.
- deze persoon loopt terug naar een persoon aan de kant.
- de persoon die aan de kant staat en waar de man met het petje naartoe kwam gelopen had een voorwerp in diens hand dat boven zijn rechterschouder uitstak.
- om 23.06.27 draait dezelfde persoon zich weer om en loopt weg bij de persoon waar hij naartoe was gelopen en liep in de richting van het bordes.
- gelijktijdig kijkt de persoon met het lange voorwerp in diens hand naar personen achter hem en loopt richting de voorzijde van de woonwagen.
- twee andere personen lopen gelijktijdig mee.
- de persoon met het petje loopt het bordes op met een voorwerp in diens linkerhand.
- drie personen gaan voor het bordes staan.
- te zien is dat de verlichting in de woonwagen ontstoken is.
- de persoon op het bordes pakt de deurklink vast en probeert die vermoedelijk, gelet op de bewegingen die hij maakt, te openen.
- de deur ging niet open, waarna deze persoon op het raam klopt.
- om 23.06.34 pakt de persoon het voorwerp over van de linkerhand in diens rechterhand, het is een voorwerp gelijkend op een vuistvuurwapen.
- de persoon op het bordes trekt zijn been op (en in) en schopt tweemaal met kracht met zijn voet tegen de toegangsdeur.
- inmiddels hebben zich nog twee personen bij de drie personen voor en rechts naast het bordes gevoegd.
- om 23.06.35 pakt de persoon met het lange voorwerp deze in beide handen en richt het op de voorzijde van de woning, het blijkt een geweer te zijn.
- om 23.06.37 kijkt de persoon naar diens vuurwapen en het ziet eruit alsof deze persoon met het wapen bezig was (mogelijk dat het vuurwapen een storing vertoonde of doorgeladen moest worden).
- om 23.06.38 waren vijf personen nabij het bordes en 1 persoon op het bordes te zien.
- om 23.06.40 richt de persoon dat vuurwapen, dat mogelijk een storing vertoonde, weer op de woning en vuurt een schot af, een lichtflits is te zien.
- de persoon met het petje loopt gelijktijdig het bordes af.
- om 23.06.41 lost dezelfde persoon nogmaals een schot terwijl hij achterwaarts loopt.
- om 23.06.42 schiet een tweede persoon van rechts gezien op de woonwagen.
- alle personen lopen in de richting van de toegang tot het kamp, in de richting van de bestelbus.
- ondertussen wordt geschoten bij het weglopen in de richting van de woonwagen, dwars door ramen.
- om 23.06.43 is een lichtflits van schoten te zien.
- tijdens het schieten zijn achter het raam, rechts naast de voordeur, silhouetten van bewegende personen te zien.
- om 23.06.45 is mondingsvuur te zien vanuit de richting waar de personen naar toe zijn gelopen.
- om 23.06.47 is te zien dat een persoon, uit de richting waar eerder genoemde zeven personen naar toe waren gelopen, al rennend, drie keer met een op een geweer gelijkend vuurwapen op de voorzijde van de woonwagen schiet.
- de personen stappen in de bestelbus.
- om 23.06.56 rijdt de bestelbus de toegangsweg van het kamp af.
Eveneens tussen de voor- en middenstoel in de Transporter is een paar schoenen aangetroffen, van welke medeverdachte [medeverdachte 1] als getuige heeft verklaard dat die van hem zijn. [medeverdachte 1] heeft tevens verklaard dat hij aanwezig was bij het ten laste gelegde schietincident. In de linkerschoen trof de politie twee telefoons van het merk Nokia aan. Uit het dossier blijkt dat [medeverdachte 1] van die twee telefoons de gebruiker was. In de rechterschoen trof de politie onder meer een opbergtasje met daarin twee batterijen van een Nokia telefoon aan. Op een van die batterijen is een DNA-spoor veiliggesteld, waarvan het DNA-profiel bleek te matchen met het DNA-profiel van verdachte. Door het NFI is berekend dat de kans dat het op de batterij (accu) aangetroffen DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van een willekeurig ander persoon, 1 op 1 miljard is.
- “ [bijnaam A] ” met nummer [telefoonnummer A] (hierna te noemen: [bijnaam A-nummer] );
- “ [bijnaam B] ” met nummer [telefoonnummer B] (hierna te noemen: [bijnaam B-nummer] ).
- de aanwezigheid van medeverdachte [medeverdachte 1] bij de woonwagen van [getuige 1] op 14 juli 2010;
- het gegeven dat het [bijnaam A-nummer] en het [bijnaam B-nummer] in de contactenlijst van de telefoon in gebruik bij de medeverdachte [medeverdachte 1] met het telefoonnummer [telefoonnummer X] (ibn nummer 24) stonden;
- de contacten van [medeverdachte 1] met het [bijnaam A-nummer] ;
- het gegeven dat aangenomen kan worden dat verdachte de gebruiker is van het [bijnaam A-nummer] en het [bijnaam B-nummer] ;
- de reisbewegingen van het [bijnaam A-nummer] en het [bijnaam B-nummer] ;
- het contact tussen het [bijnaam B-nummer] en de samenhang voor wat betreft de zendmastlocaties met de andere drie ten tijde en ter plekke van het ten laste gelegde in de lucht gekomen nummers;
medeplegen van moord.
medeplegen van poging tot moord.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) jaar.
- 1 accu, Nokia BL-4c (334113)
- 1 accu, Nokia BL-4c (334123)
- 1 Apple Ipod (334201)
- 1 Apple Ipod (334212)
- 1 mobiele telefoon, Nokia (335661)
- 1 mobiele telefoon, Nokia (335662).