Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Bewijsoverwegingen met betrekking tot het onder 1. en 2. bewezen verklaarde
- om 23.06.03 uur stopt een bestelbusje op de toegangsweg naar het woonwagenkamp aan de Rijnauwenstraat te Breda voor de woonwagen van [getuige 1] .
- om 23.06.11 uur stapt een persoon uit via het rechter voorportier en drie personen lopen aan de zijde van het rechter achterportier (schuifdeur) langs het voertuig.
- zij lopen richting het bordes met voordeur van de woonwagen.
- nog twee personen stappen uit en lopen achter de vier personen aan.
- via het linker voorportier van de bestelbus stapt een persoon uit.
- een persoon met een petje op loopt in de richting van de trappen aan de rechterzijde van het bordes.
- deze persoon loopt terug naar een persoon aan de kant.
- de persoon die aan de kant staat en waar de man met het petje naartoe kwam gelopen had een voorwerp in diens hand dat boven zijn rechterschouder uitstak.
- om 23.06.27 draait dezelfde persoon zich weer om en loopt weg bij de persoon waar hij naartoe was gelopen en liep in de richting van het bordes.
- gelijktijdig kijkt de persoon met het lange voorwerp in diens hand naar personen achter hem en loopt richting de voorzijde van de woonwagen.
- twee andere personen lopen gelijktijdig mee.
- de persoon met het petje loopt het bordes op met een voorwerp in diens linkerhand.
- drie personen gaan voor het bordes staan.
- te zien is dat de verlichting in de woonwagen ontstoken is.
- de persoon op het bordes pakt de deurklink vast en probeert die vermoedelijk, gelet op de bewegingen die hij maakt, te openen.
- de deur ging niet open, waarna deze persoon op het raam klopt.
- om 23.06.34 pakt de persoon het voorwerp over van de linkerhand in diens rechterhand, het is een voorwerp gelijkend op een vuistvuurwapen.
- de persoon op het bordes trekt zijn been op (en in) en schopt tweemaal met kracht met zijn voet tegen de toegangsdeur.
- inmiddels hebben zich nog twee personen bij de drie personen voor en rechts naast het bordes gevoegd.
- om 23.06.35 pakt de persoon met het lange voorwerp deze in beide handen en richt het op de voorzijde van de woning, het blijkt een geweer te zijn.
- om 23.06.37 kijkt de persoon naar diens vuurwapen en het ziet eruit alsof deze persoon met het wapen bezig was (mogelijk dat het vuurwapen een storing vertoonde of doorgeladen moest worden).
- om 23.06.38 waren vijf personen nabij het bordes en 1 persoon op het bordes te zien.
- om 23.06.40 richt de persoon dat vuurwapen, dat mogelijk een storing vertoonde, weer op de woning en vuurt een schot af, een lichtflits is te zien.
- de persoon met het petje loopt gelijktijdig het bordes af.
- om 23.06.41 lost dezelfde persoon nogmaals een schot terwijl hij achterwaarts loopt.
- om 23.06.42 schiet een tweede persoon van rechts gezien op de woonwagen.
- alle personen lopen in de richting van de toegang tot het kamp, in de richting van de bestelbus.
- ondertussen wordt geschoten bij het weglopen in de richting van de woonwagen, dwars door ramen.
- om 23.06.43 is een lichtflits van schoten te zien.
- tijdens het schieten zijn achter het raam, rechts naast de voordeur, silhouetten van bewegende personen te zien.
- om 23.06.45 is mondingsvuur te zien vanuit de richting waar de personen naar toe zijn gelopen.
- om 23.06.47 is te zien dat een persoon, uit de richting waar eerder genoemde zeven personen naar toe waren gelopen, al rennend, drie keer met een op een geweer gelijkend vuurwapen op de voorzijde van de woonwagen schiet.
- de personen stappen in de bestelbus.
- om 23.06.56 rijdt de bestelbus de toegangsweg van het kamp af.
- verdachte is naar zijn zeggen van tevoren door derden betrokken bij en is ingelicht over een concreet plan;
- verdachte heeft daarop aangegeven dat hij een bus had;
- verdachte heeft de bij het schietincident betrokken Volkswagen Transporter geregeld door de derden in contact te brengen met [medeverdachte 1] ;
- verdachte is op de dag van het schietincident 14 juli 2010 in de Transporter gestapt; hij zat daarin met zes anderen;
- verdachte droeg ten tijde van het incident een bivakmuts;
- verdachte heeft gezien dat er in de Transporter wapens aanwezig waren;
- hij zag dat de mannen in de Transporter, die uitstapten, wapens droegen;
- verdachte is uit de Transporter gestapt, en richting de woonwagen gelopen;
- hij heeft zich opgesteld tussen de anderen terwijl zichtbaar wapens werden gedragen en op de woning werden gericht;
- verdachte heeft schoenen en telefoons achtergelaten in de Transporter;
- verdachte heeft zich gelijktijdig met de anderen verwijderd.
medeplegen van moord.
medeplegen van poging tot moord.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet, dat het vervalst is.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20(
twintig) jaar.