De rechtbank heeft overwogen dat tussen partijen vaststaat dat de opbrengst van de verkochte caravan tussen partijen bij helfte zal worden verdeeld en dat tussen partijen niet in geschil is dat de uitkering uit hoofde van letstelschade tot de te verdelen huwelijksgemeenschap behoort. Tegen deze overwegingen richten zich de eerste en tweede grief van de man. De man voert het volgende aan.
Beide grieven zijn terug te voeren op de letselschade-uitkering die de man in 2003 ontving en het standpunt van de man dat deze uitkering verknocht is op grond van artikel 1:94 lid 3 BW en niet in de gemeenschap valt.
De man heeft op 6 juni 2003 een ongeval gehad waarbij hij gewond is geraakt. Met Interpolis, de verzekeraar van degene die aansprakelijk was voor het ongeval, is een vaststellingsovereenkomst gesloten en aan de man is een slotuitkering gedaan van € 40.000,--. In totaal is aan de man een bedrag van ongeveer € 112.000,-- uitgekeerd.
De man legt als productie 3 in hoger beroep een brief van Interpolis d.d. 10 januari 2007 over, waaruit blijkt op welke wijze de uitkering is opgebouwd. Er is een bedrag van € 12.500,-- aan smartengeld uitgekeerd en een uitkering van € 25.600,-- gedaan ter zake van toekomstig verlies van arbeidsvermogen. Een deel van die vergoeding heeft noodzakelijkerwijs betrekking op de na-huwelijkse periode. De man is niet meer in staat zijn voormalige werkzaamheden te doen en verricht aangepast werk, aangevuld door een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Met het geld van de vergoeding is een dakopbouw gebouwd op de toenmalige echtelijke woning van partijen. De totale kosten van de aanbouw kwamen op € 21.553,39.
Voorts is het geld van de vergoeding aangewend voor de aankoop van een caravan voor een bedrag van € 10.220,--. De rest van de uitkering is door partijen geconsumeerd tijdens het huwelijk.
De investering in de woning dient nominaal aan de man te worden vergoed. De echtelijke woning is inmiddels verkocht. De overwaarde bedroeg € 21.600,--. Op verzoek van de man is voornoemd bedrag in depot gebleven bij de notaris in afwachting van tussen partijen te bereiken onderlinge overeenstemming of een gerechtelijke uitspraak.
De caravan is inmiddels door de man verkocht. De opbrengst van de caravan komt in zijn geheel aan de man toe omdat de caravan volledig is betaald met geld uit de letselschade-uitkering.
Uit de brief van Interpolis van 10 januari 2007 blijkt dat zowel het bedrag van € 12.500,-- (smartengeld) als het bedrag van € 25.600,-- (toekomstig verlies van arbeidsvermogen vanaf 2007 tot aan het 65e jaar van de man) buiten de gemeenschap valt. De man maakt aanspraak op een bedrag ad € 21.533,39 uit hoofde van teruggave van de investering in de woning en op de opbrengst van de caravan. Hij kan hierop in alle redelijkheid aanspraak maken.