4.1In overweging 3.1 heeft de Hoge Raad in het arrest van 14 oktober 2011 vastgesteld van welke uitgangspunten hij in cassatie is uitgegaan. Die door de Hoge Raad opgesomde uitgangspunten vormen ook in dit hoger beroep het uitgangspunt.
a. Op 10 mei 2005 is [bestuurder M.E. Beheer] (hierna [bestuurder M.E. Beheer] ) overleden. Hij was enig bestuurder van M.E. Beheer. Tot 24 december 2004 was hij ook enig aandeelhouder van M.E. Beheer. Daarna was hij houder van alle certificaten van aandelen, terwijl de aandelen zelf gehouden werden door STAK, welke op die datum door [bestuurder M.E. Beheer] was opgericht.
b. M.E. Beheer bezat deelnemingen in verschillende binnen- en buitenlandse vennootschappen waarvan de activiteiten bestonden uit het verhandelen, ontwikkelen en exploiteren van onroerend goed. Zo was zij enig aandeelhouder van de Duitse rechtspersoon Robex Deutschland GmbH (hierna: Robex). Deze bezat grond en woningen te [plaats 1] , te [plaats 2] en te [plaats 3] .
c. Voorts was M.E. Beheer enig aandeelhouder van Embo . M.E. Beheer bezat 5% en Embo 95% van de aandelen in de Belgische rechtspersoon IJsselinvest. Deze op haar beurt bezat 95% en Embo 5% van de aandelen in de Belgische rechtspersonen Minnewater, Het Zoute en Hollebeke.
d. Art. 13 lid 1 van de statuten van M.E. Beheer bepaalt:
“Ieder lid van de raad van bestuur vertegenwoordigt de vennootschap, ook in het geval dat de vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met een lid van de raad van bestuur.”
Art. 13 lid 1 van de statuten van Embo luidt:
“Iedere directeur vertegenwoordigt de vennootschap, ook in het geval dat de vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met een directeur.”
e. Tot aan het overlijden van [bestuurder M.E. Beheer] verrichtte [geïntimeerde 1] via Weva , van welke vennootschap hij bestuurder en indirect enig aandeelhouder is, werkzaamheden voor M.E. Beheer op basis van een overeenkomst van opdracht. [geïntimeerde 1] beschikte daarbij over een algemene notariële volmacht die op 10 september 1998 door [bestuurder M.E. Beheer] , zowel in privé als in zijn hoedanigheid van directeur van M.E. Beheer, aan [geïntimeerde 1] was verleend om [bestuurder M.E. Beheer] in alle opzichten te vertegenwoordigen. Ook [bestuurder M.E. Beheer] dochter, [appellante 4] , beschikte over een soortgelijke volmacht.
f. Bo-Investex is bestuurder van de Belgische vennootschap IJsselinvest. [geïntimeerde 3] is bestuurder, maar geen aandeelhouder van Bo-Investex. Via Bo-Investex verrichtte [geïntimeerde 3] werkzaamheden voor M.E. Beheer.
g. Na het overlijden van [bestuurder M.E. Beheer] zijn zijn dochter [appellante 4] en zijn voormalig echtgenote [appellante 5] als [bestuurder M.E. Beheer] erfgenamen elk houder van 50% van de certificaten van aandelen in M.E. Beheer.
h. Op 30 mei 2005 liet [geïntimeerde 1] zich met terugwerkende kracht tot 10 mei 2005 inschrijven als enig bestuurder van M.E. Beheer met gebruikmaking van een kopie van de notulen van een aandeelhoudersvergadering van 24 december 2002, onder meer inhoudende:
"Besproken wordt de vraag wie tijdelijk directeur van de B.V. moet worden indien de heer [bestuurder M.E. Beheer] komt te overlijden of wegens ziekte niet meer kan functioneren en er geen andere voorziening is getroffen. Voorgesteld wordt dat de heer [geïntimeerde 1] (...) in deze situatie dan als directeur zal fungeren. Na bespreking wordt het voorstel met algemene stemmen aangenomen."
In een bespreking op diezelfde dag hebben [appellante 4] en [appellante 5] hun twijfel over de echtheid van dat stuk uitgesproken.
i. Op verzoek van [appellante 4] en [appellante 5] heeft de forensisch schriftexpert [schriftexpert] een onderzoek verricht naar de echtheid van de handtekening van [bestuurder M.E. Beheer] onder de hiervoor genoemde kopie van de notulen van de aandeelhoudersvergadering van 24 december 2002. In haar rapport van 14 juli 2005 is zij tot de conclusie gekomen dat die handtekening waarschijnlijk niet is vervaardigd door [bestuurder M.E. Beheer] zelf.
j. Tijdens een bespreking op 15 juli 2005 heeft [geïntimeerde 1] aan onder meer [appellante 4] en [appellante 5] te kennen gegeven dat op zeer korte termijn voor M.E. Beheer een liquiditeitsprobleem zou ontstaan. [appellante 4] en [appellante 5] hebben daarop meegedeeld dat zij een accountant zouden inschakelen om inzicht te krijgen in de stand van zaken bij M.E. Beheer en de omvang van een eventueel liquiditeitsprobleem. Tevens hebben zij [geïntimeerde 1] geconfronteerd met voormeld oordeel van [schriftexpert] .
k. Op 9 augustus 2005 is een tweetal overeenkomsten gesloten. De eerste overeenkomst van 9 augustus 2005 werd gesloten tussen IJsselinvest (vertegenwoordigd door Bo-Investex, vertegenwoordigd door [geïntimeerde 3] ), M.E. Beheer (vertegenwoordigd door [geïntimeerde 1] ), een zekere [X.] en Robex (vertegenwoordigd door [geïntimeerde 1] ). Bij deze overeenkomst verkocht Robex onroerende zaken te [plaats 2] en [plaats 1] aan M.E. Beheer voor € 994.275,-, te verrekenen met een bestaande vordering van M.E. Beheer op Robex. Voorts verkocht M.E. Beheer aan IJsselinvest de aandelen in Robex voor een prijs van € 1,- en haar na voormelde verrekening resterende vordering op Robex voor een prijs van € 800.000,-, waarbij IJsselinvest ook alle verplichtingen van M.E. Beheer en [bestuurder M.E. Beheer] en zijn vennootschappen aan [X.] overnam. Op de overeenkomst werd Nederlands recht van toepassing verklaard.
l. De tweede overeenkomst van 9 augustus 2005 werd gesloten tussen M.E. Beheer (vertegenwoordigd door [geïntimeerde 1] ), Embo (eveneens vertegenwoordigd door [geïntimeerde 1] ), IJsselinvest (vertegenwoordigd door Bo-Investex, vertegenwoordigd door [geïntimeerde 3] ) en [geïntimeerde 3] persoonlijk. Bij deze overeenkomst verkochten M.E. Beheer en Embo hun aandelenparticipaties in IJsselinvest aan [geïntimeerde 3] voor een prijs van € 347.826,10, naar evenredigheid van de omvang van de verkochte participaties voor 5% aan M.E. Beheer en voor 95% aan Embo te voldoen. Voorts verkocht Embo haar aandelenparticipaties van steeds 5% in Minnewater, Het Zoute en Hollebeke aan IJsselinvest, elk voor een prijs van € 17.391,30. De aandelen zouden na betaling dienen te worden overgedragen.
m. Verder bepaalden partijen bij deze tweede overeenkomst de leenschuld van [geïntimeerde 3] aan M.E. Beheer op € 87.622,44 per 31 juli 2005, een door [geïntimeerde 3] van mevrouw [Y.] overgenomen of over te nemen vordering (claim [straatnaam] ) op M.E. Beheer op € 587.263,50 en de vordering van M.E. Beheer op IJsselinvest op € 3.328.688,54 per 31 juli 2005. Deze vorderingen zouden bij en met de betaling van de verkochte aandelen worden verrekend of voldaan waarna partijen elkaar finale kwijting verleenden. De overeenkomst hield in dat zij werd beheerst door Belgisch recht en dat in geval van betwisting de rechter te Antwerpen exclusief bevoegd zou zijn.
n. Op 28 augustus 2006 heeft de door [appellante 4] en [appellante 5] ingeschakelde accountant [accountant 1] RA zijn rapport uitgebracht.
o. Op 10 oktober 2006 heeft de voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van het rechtsgebied Kortrijk op verzoek van M.E. Beheer en Embo over IJsselinvest, Minnewater, Het Zoute en Hollebeke twee voorlopige bewindvoerders benoemd met een beperkte opdracht, onder meer inhoudende om voorafgaande en schriftelijke goedkeuring te geven aan elke bestuurs- of beheersdaad die een geldelijke waarde heeft of vertegenwoordigt van meer dan € 2.500,- alsook aan elke bestuurs- of beheersdaad die een vervreemding inhoudt van actief ongeacht de geldelijke waarde van de transactie. IJsselinvest, Minnewater, Het Zoute, Hollebeke en [geïntimeerde 3] hebben tegen die beschikking derdenverzet aangetekend waarop de voorzitter bij beschikking van 19 februari 2007 de eerdere voorziening heeft bevestigd evenwel met wijziging van de benaming van het mandaat van "voorlopige bewindvoerders" en/of "bewindvoerders" in "experten-bewaarnemers".
p. M.E. Beheer c.s. hebben op 18 juni 2007 ten laste van [geïntimeerde 1] conservatoir beslag gelegd op onroerende zaken en ten laste van [geïntimeerde 1] c.s. en Weva Advies B.V. conservatoire derdenbeslagen onder diverse banken.
q. M.E. Beheer c.s. hebben tevens ten laste van [geïntimeerde 3] en Bo-Investex beslag gelegd onder Bo-Investex, IJsselinvest, Minnewater, Het Zoute, Hollebeke en verschillende banken.
4.2.1M.E. Beheer c.s. hebben in eerste aanleg in conventie gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht zal verklaren dat M.E. Beheer c.s. niet gebonden zijn aan de verkoop van de aandelen in IJsselinvest, Minnewaterpark, Het Zoute en Hollebeke, door M.E. Beheer en Embo aan [geïntimeerde 3] d.d. 9 augustus 2005;
II. de sub I genoemde transactie zal vernietigen, althans nietig zal verklaren en, zo heeft de rechtbank begrepen, voor recht zal verklaren dat M.E. Beheer en Embo eigenaren van de aandelen in de sub I genoemde vennootschappen zijn gebleven;
III. voor recht zal verklaren dat [geïntimeerde 1] c.s. afzonderlijk en/of gezamenlijk door hun in de dagvaarding omschreven handelen onrechtmatig jegens M.E. Beheer c.s. hebben gehandeld;
IV. voor recht zal verklaren dat [geïntimeerde 1] en Weva jegens M.E. Beheer toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht en zich schuldig hebben gemaakt aan onbehoorlijk bestuur jegens M.E. Beheer en Embo ;
V. voor recht zal verklaren dat [geïntimeerde 3] en Bo-Investex jegens M.E. Beheer c.s. misbruik hebben gemaakt van omstandigheden;
VI. voor het geval dat M.E. Beheer en Embo geen eigenaren meer zijn van de aandelen sub I genoemd, [geïntimeerde 1] c.s. zal veroordelen, des dat de één nakomende de ander zal zijn bevrijd, deze aandelen zelf, of door de door hen beheerste rechtspersonen, aan Embo te leveren bij wijze van schadevergoeding in natura, een en ander binnen zeven dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom te betalen door [geïntimeerde 1] c.s., des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, aan M.E. Beheer c.s. van € 100,000,-- per dag voor iedere dag of dagdeel dat [geïntimeerde 1] c.s. na betekening in gebreke blijven aan het te wijzen vonnis te voldoen;
VII. [geïntimeerde 1] c.s. in alle gevallen zal veroordelen, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, aan M.E. Beheer B.V. c.s. al hun schade te vergoeden (ook de schade die resteert wanneer M.E. Beheer c.s. eigenaar mocht zijn gebleven of weer geworden van de aandelen sub I genoemd), welke schade nader is op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2005, althans vanaf de dag van het uitbrengen van de dagvaarding;
VIII. [geïntimeerde 1] c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, zal veroordelen in de kosten van de procedure.
4.2.2[geïntimeerde 1] en Weva hebben in reconventie gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
de op 20 juni 2007 door M.E. Beheer c.s. ten laste van [geïntimeerde 1] , Weva en Weva Advies B.V. gelegde beslagen met onmiddellijke ingang zal opheffen;
M.E. Beheer c.s. zal veroordelen de door [geïntimeerde 1] , Weva en Weva Advies B.V. ten gevolge van deze beslagen en de op 9 maart 2007 in België gelegde beslagen geleden schade te vergoeden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van M.E. Beheer c.s. in de kosten van de procedure.
4.2.3[geïntimeerde 3] en Bo-Investex hebben in reconventie gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht zal verklaren dat:
a. de overeenkomst van 14 april 2005 niet nietig en niet vernietigbaar is;
b. de overeenkomst van 9 augustus 2005 niet nietig en niet vernietigbaar is;
c. M.E. Beheer c.s. aansprakelijk zijn voor de door [geïntimeerde 3] en Bo-Investex reeds geleden en nog te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
II. M.E. Beheer c.s. hoofdelijk zal veroordelen om:
d. binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag de ten laste van [geïntimeerde 3] en Bo-Investex onder Bo-Investex, IJsselinvest, Minnewaterpark, Het Zoute, Hollebeke, Fortis Bank, ING België, ABN Amro Bank, KBC Bank, Deutsche Bank en Dexia gelegde beslagen op te doen heffen;
e. binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de op hun verzoek (bij IJsselinvest, Minnewaterpark, Het Zoute en Hollebeke) aangestelde bewindvoerders te laten terugtrekken;
f. als voorschot op de door [geïntimeerde 3] en Bo-Investex geleden schade aan zowel [geïntimeerde 3] als aan Bo-Investex te betalen € 250.000,-, althans een door de rechtbank billijk geacht voorschot,
een en ander met hoofdelijke veroordeling van M.E. Beheer c.s. in de kosten van de procedure.
4.2.4De rechtbank heeft in conventie:
a. zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vorderingen sub I. en II. voor zover het de partijen bij die overeenkomst betreft die in de procedure bij de rechtbank zijn verschenen, zijnde M.E. Beheer, Embo en [geïntimeerde 3] ;
b. STAK, [appellante 4] en [appellante 5] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering sub I. en II.
c. de vorderingen van M.E. Beheer c.s. voor zover ingesteld tegen [geïntimeerde 1] en Weva afgewezen, met veroordeling van M.E. Beheer c.s. in de proceskosten;
d. de vorderingen van M.E. Beheer c.s. voor zover ingesteld tegen [geïntimeerde 3] en Bo-Investex afgewezen, met veroordeling van M.E. Beheer c.s. in de proceskosten.
De rechtbank heeft in reconventie:
ten aanzien van [geïntimeerde 1] en Weva :
i. het door M.E. Beheer c.s. op 18 juni 2007 ten laste van [geïntimeerde 1] gelegde conservatoire beslag op onroerende zaken als nader omschreven in het beslagexploot opgeheven;
ii. de door M.E. Beheer c.s. op 18 juni 2007 ten laste van [geïntimeerde 1] , Weva en Weva Advies B.V. gelegde conservatoire derdenbeslagen onder de Postbank, de ABN AMRO Bank, de ING Bank, Fortis Bank (Nederland) en de SNS Bank opgeheven;
iii. M.E. Beheer c.s. veroordeeld de door [geïntimeerde 1] , Weva en Weva Advies B.V. ten gevolge van de hiervoor onder ii. genoemde beslagen en de op 9 maart 2007 in België gelegde beslagen geleden schade te vergoeden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
iv. M.E. Beheer veroordeeld in de proceskosten;
ten aanzien van [geïntimeerde 3] en Bo-Investex:
I. zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vordering om voor recht te verklaren dat de overeenkomst van 9 augustus 2005 niet nietig en niet vernietigbaar is (I sub b) en van de vordering om M.E. Beheer c.s. te veroordelen binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de op hun verzoek (bij IJsselinvest, Minnewaterpark, Het Zoute en Hollebeke) aangestelde bewindvoerders te laten terugtrekken (II sub e);
II. voor recht verklaard dat M.E. Beheer c.s. aansprakelijk zijn voor de door [geïntimeerde 3] en Bo-Investex reeds geleden en nog te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet (I sub c);
III. M.E. Beheer c.s. hoofdelijk en uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de ten laste van [geïntimeerde 3] en Bo-Investex onder Bo-Investex, IJsselinvest, Minnewaterpark, Het Zoute, Hollebeke, Fortis Bank, ING België, ABN Amro Bank, KBC Bank, Deutsche Bank en Dexia gelegde beslagen op te doen heffen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat M.E. Beheer c.s. daarmee in gebreke blijft (II sub d), met een maximum van € 2.000.000,-,
een en ander onder hoofdelijke veroordeling van M.E. Beheer c.s. in de kosten van de procedure, ook uitvoerbaar bij voorraad, en met afwijzing van het meer of anders gevorderde.
4.3.1M.E. Beheer c.s. zijn in hoger beroep gegaan van het vonnis en hebben bij memorie van grieven 20 grieven aangevoerd en toegelicht en hebben gevorderd dat het (toenmalige) hof Arnhem het bestreden vonnis zal vernietigen en, kort gezegd, hun vorderingen zoals in eerste aanleg ingesteld zal toewijzen en de in eerste aanleg toegewezen vorderingen van [geïntimeerde 1] c.s. zal afwijzen.
[geïntimeerde 1] c.s. hebben bij memorie van antwoord de grieven bestreden, en in het kader van incidenteel appel een grief aangevoerd en toegelicht en geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, tot afwijzing van de vorderingen van M.E. Beheer c.s. en tot toewijzing van de vorderingen van [geïntimeerde 1] c.s.
M.E. Beheer c.s. hebben het incidenteel hoger beroep bestreden en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring althans tot verwerping van de grief (zoals dit hof “grieven” leest) in het incidenteel appel.
4.3.2Het hof Arnhem heeft bij arrest van 10 november 2009 het vonnis van de rechtbank Zutphen van 21 mei 2008 vernietigd en opnieuw recht gedaan als volgt:
in conventie:
a. verklaart STAK, [appellante 4] en [appellante 5] niet-ontvankelijk in hun vorderingen onder I en II;
b. verklaart voor recht dat M.E. Beheer B.V. c.s. (noot hof ’s-Hertogenbosch: M.E. Beheer en Embo ) niet gebonden zijn aan de verkoop van de aandelen in IJsselinvest, Minnewater, Het Zoute en Hollebeke door M.E. Beheer en Embo aan [geïntimeerde 3] op 9 augustus 2005;
c. verklaart voor recht dat M.E. Beheer en Embo eigenaren van de aandelen in die vennootschappen zijn gebleven;
d. verklaart voor recht dat [geïntimeerde 1] en Weva jegens M.E. Beheer toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht en zich schuldig hebben gemaakt aan onbehoorlijk bestuur jegens M.E. Beheer en Embo door onbevoegdelijk namens deze de overeenkomsten van 9 augustus 2005 aan te gaan;
e. verklaart voor recht dat [geïntimeerde 3] onrechtmatig jegens M.E. Beheer en Embo heeft gehandeld door zich de aan deze toebehorende aandelen in IJsselinvest te doen overdragen en de feitelijke zeggenschap daarover aan M.E. Beheer en Embo te onttrekken;
f. veroordeelt [geïntimeerde 1] , Weva en [geïntimeerde 3] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, aan M.E. Beheer en Embo de door hun hiervoor bedoelde tekortkoming onderscheidenlijk onrechtmatig handelen veroorzaakte schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het vallen der schade tot de dag van betaling, te vergoeden;
g. wijst het meer of anders gevorderde af;
h. veroordeelt [geïntimeerde 1] en Weva en [geïntimeerde 3] in de kosten van het geding in eerste aanleg in conventie en bepaalt deze, voor zover tot op heden en ongerekend de beslagkosten aan de zijde van M.E. Beheer c.s. gevallen, op € 1.808, voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, € 273,10 voor exploitkosten en € 248,-- voor griffierecht;
in reconventie:
i. wijst de vorderingen van [geïntimeerde 1] , Weva , [geïntimeerde 3] en Bo-Investex af;
j. veroordeelt [geïntimeerde 1] , Weva en [geïntimeerde 3] in de kosten van het geding in eerste aanleg in reconventie en bepaalt deze, voor zover tot op heden aan de zijde van M.E. Beheer c.s. gevallen, op € 904, voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
en voorts:
k. veroordeelt [geïntimeerde 1] , Weva en [geïntimeerde 3] in de kosten van het principaal hoger beroep en bepaalt deze, voor zover tot op heden aan de zijde van M.E. Beheer c.s. gevallen, op € 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, € 71,80 voor exploitkosten en € 303,- voor griffierecht;
l. veroordeelt [geïntimeerde 1] , Weva en [geïntimeerde 3] in de kosten van het incidenteel hoger beroep en bepaalt deze, voor zover tot op heden aan de zijde van M.E. Beheer c.s. gevallen, op € 447,-, voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief,
een en ander met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.