3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
[appellante] is met ingang van 1 februari 1997 van (een rechtsvoorganger van) WonenBreburg de woning gelegen aan [het adres] te [woonplaats] gaan huren.
Op de huurovereenkomst zijn algemene huurvoorwaarden van toepassing.
Bij brief van 7 augustus 2012 heeft WonenBreburg aan [appellante] het volgende meegedeeld:
“Wij hebben geconstateerd dat u in de achtertuin een aantal grote hennepstruiken kweekt. U dient deze
per ommegaandete verwijderen. WonenBreburg voert een zero-tolerance beleid tegen hennep.
Wat zijn de gevolgen voor u?
Wanneer u de planten niet per ommegaande verwijderd, zullen we hier aanstanade maandag melding van maken bij de politie en tevens een procedure tot ontruiming opstarten. Ik hoop dat u het niet zover laat komen!
Hennep kweken? Gewoon niet aan beginnen!
In de bijlage treft u de folder
Hennep kweken? Gewoon niet aan beginnen!Hierin staat wat ons beleid is en wat alle gevolgen voor u zijn als u de planten niet direct verwijdert.”
De politie heeft op 27 november 2012 een zoeking gedaan in de door [appellante] gehuurde woning en daarbij in de navolgende ruimtes de navolgende zaken aangetroffen:
In een slaapkamer:
27 droge henneptakken
Op zolder:
197 197 hennepstekken (vermoedelijk)
197 1 slakkenhuis (afzuiger) 1500 m3 + kabel
197 1 koolstoffilter
197 15 armaturen
197 4 lampen 400 watt
In een inbouwkast in de woonkamer
2 koolstoffilters
In de schuur
26 26 pakketten Bia nava cocobrick (bodem)
26 8 lampen 400 watt
26 98 hennepstekken (vermoedelijk)
26 7 transformatoren
26 1 schakelbord
26 1 groeitent
26 8 treeën met 84 ronde bodems per tree
26 5 treeën met 150 vierkante bodems per tree
In de tuin
1 slakkenhuis 2500 m3
Bij e-mail van 20 februari 2013 heeft de politie aan WonenBreburg meegedeeld dat de op 27 november 2012 aangetroffen stekken inderdaad, zoals al werd vermoed, hennep betreffen.
WonenBreburg heeft aan [appellante] meegedeeld voornemens te zijn een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst en tot ontruiming van de woning te starten, vanwege de aangetroffen zaken. WonenBreburg heeft [appellante] in de gelegenheid gesteld om de huur zelf op te zeggen om daarmee de kosten van een gerechtelijke procedure te voorkomen. [appellante] heeft laten weten dat zij de huur niet zelf zal opzeggen.
3.2.1.In de onderhavige procedure vorderde WonenBreburg in eerste aanleg, samengevat, ontbinding van de huurovereenkomst met veroordeling van [appellante] tot ontruiming van de gehuurde woning en met enkele nevenvorderingen.
3.2.2.Aan deze vordering heeft WonenBreburg ten grondslag gelegd dat [appellante] in de nakoming van de huurovereenkomst te kort geschoten is door in het gehuurde de door de politie aangetroffen zaken voorhanden te hebben, en dat deze tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
3.2.3.[appellante] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.3.1.In het tussenvonnis van 8 mei 2013 heeft de kantonrechter een comparitie van partijen gelast.
3.3.2.In het eindvonnis van 7 augustus 2013 heeft de kantonrechter, kort gezegd:
de huurovereenkomst met ingang van 8 augustus 2013 ontbonden;
[appellante] veroordeeld om het gehuurde binnen vier weken na betekening van het vonnis te ontruimen;
[appellante] veroordeeld tot betaling van de huur over de periode van 19 maart 2013 tot aan de datum van de ontbinding van de huurovereenkomst;
[appellante] veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding, gelijk aan de huur, voor ieder maand of gedeelte daarvan dat [appellante] het gehuurde na de ontbinding van de huurovereenkomst feitelijk in gebruik houdt;
met veroordeling van [appellante] in de proceskosten en afwijzing van het meer of anders gevorderde.
In principaal hoger beroep