Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2]in diens hoedanigheid van vennoot,
[geïntimeerde 3]in diens hoedanigheid van vennoot,
[geïntimeerde 4]in diens hoedanigheid van vennoot,
6.Het verloop van de procedure
- Voornoemd tussenarrest van 11 november 2014;
- een akte uitlaten na tussenarrest van 11 november 2014 zijdens [appellante] , waarbij een productie is overgelegd;
- een akte na tussenarrest zijdens de V.O.F. c.s., waarbij een productie is overgelegd;
7.De beoordeling
8.De uitspraak
Kortom, er zijn geen aanwijzingen dat Zita sinds de koop een infectie heeft gehad”, onder het hoofd “T.a.v. infectie” “sinds 18 juli 2009” (zie r.o. 4.1 sub b in het tussenarrest van 11 november 2014) of “sinds 30 augustus 2009” (zie r.o. 4.1 sub d in voornoemd tussenarrest)?
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;