Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 4 maart 2010 en/of 5 maart 2010 te Veghel (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bank 1] en/of [bank 2] heeft bewogen tot de afgifte van (een) krediet(en) en/of lening(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als zijnde [slachtoffer] en/of (vervolgens) op haar naam (een) krediet(en)/lening(en) afgesloten en/of aangevraagd, waardoor [bank 1] en/of [bank 2] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 april 2009 tot en met 1 juli 2009 te Veghel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en) (waarde circa 7080 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
hij op tijdstippen in de periode van 24 april 2009 tot en met 1 juli 2009 te Veghel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen (waarde 6.280 euro) toebehorende aan [slachtoffer] , waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 7.527,90 (zevenduizend vijfhonderdzevenentwintig euro en negentig cent) bestaande uit € 7.277,90 (zevenduizend tweehonderdzevenenzeventig euro en negentig cent) materiële schade en € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
72 (tweeënzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.