[appellant sub 2] en [appellante sub 3] hebben in eerste aanleg gevorderd, zakelijk weergegeven, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(1) Seneca c.s. gelast om aan [appellant sub 2] en [appellante sub 3] te betalen als vergoeding voor gederfde inkomsten € 5.645,28, vermeerderd met rente;
(2) Seneca c.s. gelast om aan [appellant sub 2] en [appellante sub 3] te betalen als vergoeding voor gederfde inkomsten uit bijzondere bijstand bewindkosten € 2.869,91, vermeerderd met rente;
(3) Seneca c.s. gelast om aan [appellant sub 2] en [appellante sub 3] te betalen als vergoeding voor gederfde inkomsten uit langdurigheidtoeslag € 515,-, vermeerderd met rente;
(4) Seneca c.s. gelast om aan [appellant sub 2] en [appellante sub 3] te betalen een schadevergoeding nader op te maken bij staat voor “nieuwe” schulden en de daaraan verbonden (incasso)kosten, voor zover deze zijn ontstaan als direct gevolg van het disfunctioneren van Seneca c.s. als bewindvoerder over de gelden en goederen van [appellant sub 2] en [appellante sub 3] ;
(5) bepaalt dat Seneca c.s. aan [appellant sub 2] en [appellante sub 3] diens gemachtigde en de opvolgend bewindvoerder (eind)rekening en verantwoording dient af te leggen over het gevoerde bewind vanaf de datum benoeming van Seneca c.s. tot en met de datum wijziging bewindvoerder, onder gelijktijdig verstrekken van het algehele dossier;
(6) Seneca c.s. gelast aan [appellant sub 2] en [appellante sub 3] te betalen als immateriële schadevergoeding op grond van persoonlijk lijden € 5.000,- per persoon, te vermeerderen met de rente;
(7) Seneca c.s. veroordeelt in de kosten van de procedure.
De kantonrechter heeft [appellant sub 2] en [appellante sub 3] niet-ontvankelijk verklaard omdat zij ten onrechte zelfstandig als eisers zijn opgetreden. Het beschermingsbewind, aldus de kantonrechter, brengt met zich dat de bewindvoerder onder uitsluiting van de rechthebbende, deze in rechte vertegenwoordigt ten aanzien van de onder bewind gestelde goederen. De onderhavige door [appellant sub 2] en [appellante sub 3] ingestelde vordering valt, aldus de kantonrechter, onder de onder bewind gestelde goederen.