3.2.1.De kantonrechter heeft het tiental vorderingen van [appellanten c.s.] als volgt samengevat. Deze vorderingen zijn in de appeldagvaarding vrijwel woordelijk herhaald, behoudens ten aanzien van de nakosten, en luiden (met aanvullingen van het hof):
1. een verklaring voor recht dat de woningstichting aansprakelijk is voor de schade met inbegrip van gezondheidsschade, die zij geleden hebben en zullen lijden ten gevolge van de asbestverontreiniging in de woning [perceel] in [plaats] [hof: en te verklaren voor recht dat de Woningstichting gehouden is die schade te vergoeden, nader op te maken bij staat];
2a. een veroordeling, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, om een inventarislijst en foto’s over te leggen van alle zaken die de woningstichting heeft laten meenemen en opslaan en
2b. [hof: subsidiair], voor zover de taxatie als bedoeld in 3 niet meer mogelijk is, een bedrag van bedrag van € 5.000,- te betalen voor zaken die vernietigd c.q. vermist zijn, een en ander exclusief gordijnen en vloerbedekking;
3. [ hof: een taxatie te doen verrichten, mede van een wandlampje en een spiegel die zijn beschadigd];
4. een veroordeling tot betaling van de taxatiewaarde van bepaalde zaken;
5. een veroordeling tot reiniging van een aantal zaken op straffe van een dwangsom van € 1.000,- en tot vergoeding van de schade aan de teruggegeven zaken;
6. een veroordeling tot betaling van € 5.777,- (of een bedrag dat bij repliek onder 8 genoemd wordt) of een door de rechter vast te stellen bedrag plus rente wegens schade aan zaken [hof: gordijnen en vloerbedekking] die verontreinigd waren en nieuw aangeschaft zijn;
7. een veroordeling tot vergoeding van de dubbele kosten van internet en televisie ad € 75,-;
8. een veroordeling opgeslagen zaken in opslag te houden totdat schadeloosstelling is betaald, dit op straffe van een dwangsom van € 30.000,-;
9. een veroordeling tot vergoeding van immateriële schade ad € 2.500,- per persoon [hof: voor geleden vrees en angst voor gezondheidsschade];
10. een en ander bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en met een veroordeling in de proceskosten, waaronder de nakosten.
3.2.2.Na door de Woningstichting gevoerd verweer heeft de kantonrechter vastgesteld dat de Woningstichting aansprakelijk is voor de gevolgschade van de asbestbesmetting (rov. 9.3) en haar veroordeeld tot betaling aan [appellanten c.s.] van een bedrag van € 5.682,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover voor zover en voor zolang dit bedrag vanaf 7 maart 2013 onbetaald blijft en het anders of meer gevorderde afgewezen onder veroordeling van de woningstichting in de kosten.
Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
€ 3.757,- niet teruggegeven zaken vordering 2a, 2b, 3 en 4
€ 100,- zaakschade vordering 3 en 4
€ 1.000,- vloerbedekking en gordijnen vordering 6
€ 75,- dubbele kosten vordering 7
€ 750,- immateriële schade vordering 9