7.1.Het hof zal hieronder een overzicht geven van de relevante feiten die in hoger beroep het uitgangspunt vormen. Voor zover nodig zal het hof daarbij de stellingen van [appellant] in zijn grieven 1 en 2 betrekken. Deze grieven worden, voor zover relevant, ook verderop in het arrest behandeld.
7.1.1.[erflater] was accountant. Bij overeenkomst van 3 februari 2010 (prod. 1 bij dagvaarding in eerste aanleg) hebben [erflater] en [erflater] Accountancy BV (hierna: [erflater] Accountancy) hun volledige klantenkring aan de maatschap [Adviesgroep] & Partners adviesgroep (hierna: de maatschap) overgedragen. Daarbij is een vergoedingsregeling overeengekomen.
[erflater] trad bij de overeenkomst op namens zichzelf en als bestuurder van [erflater] Accountancy ( [erflater] en [erflater] Accountancy hierna gezamenlijk: [erflater] c.s. in enkelvoud.).
7.1.2.De overeenkomst van 3 februari 2010 is ondertekend door [appellant] en [bestuurder Beheer B.V.] (hierna: [bestuurder Beheer B.V.]).
7.1.3.Maten in de maatschap waren Wisselkom B.V. (hierna: Wisselkom) met als bestuurder [appellant] en [Beheer] Beheer B.V. met als bestuurder [bestuurder Beheer B.V.].
Op 31 maart 2011 is de maatschap omgezet in [Adviesgroep] & Partners B.V.
Eind maart 2011 heeft de maatschap aan [erflater] voorgesteld om de nog lopende betalingsverplichtingen van de maatschap uit de overeenkomst van 3 februari 2010 onder te brengen in [Adviesgroep] & Partners B.V. [erflater] heeft dit voorstel van de maatschap afgewezen en aanspraak gemaakt op betaling van het openstaande bedrag.
7.1.4.Bij brief van 13 april 2011 (prod. 10 bij conclusie van antwoord) aan [Adviesgroep] & Partners Adviseurs en Accountants, ter attentie van [appellant] en [bestuurder Beheer B.V.], heeft advocaat mr [advocaat] (hierna: [advocaat]) namens [erflater] c.s. betaling van de verschuldigde bedragen gevorderd.
7.1.5.Bij brief van 27 april 2011 (prod. 11 bij conclusie van antwoord), ondertekend door [appellant] , met daaronder (uitsluitend) de vermelding
‘[appellant] ’, is genoemde brief beantwoord. [appellant] heeft onder meer geschreven dat hij en [bestuurder Beheer B.V.] het absoluut ongewenst vinden dat de goede relatie met [erflater] en zijn vennootschap eindigt en dat zij [advocaat] verzoeken om aan zijn klant (hof: [erflater] c.s.) een bepaalde betalingsregeling voor te leggen.
7.1.6.In reactie op laatstgenoemde brief heeft [advocaat] een mailbericht van [erflater] van 9 mei 2011 (prod. 12 bij conclusie van antwoord) doorgestuurd. In deze reactie is onder meer vermeld dat [erflater] c.s. onder bepaalde voorwaarden akkoord gaat met een betalingsregeling. Specifiek meldt [erflater] c.s. dat
‘de heren [appellant] en [bestuurder Beheer B.V.]’een
‘persoonlijk hoofdelijke zekerheid’dienen te stellen voor de overeen te komen betalingsregeling.
7.1.7.In een emailbericht van 18 mei 2011 (prod. 13 bij conclusie van antwoord) afkomstig van het email adres [appellant] [emailadres].nl aan [advocaat] is voor zover relevant, het volgende vermeld:
‘(…) Wij hechten er veel waarde aan om de goede relatie met de heer [erflater] te houden, zoals die was en we geven u daarom aan dat het onze voorkeur heeft om deze zaak - bijvoorbeeld - op uw kantoor te bespreken. Van onze kant zal dan de heer [bestuurder Beheer B.V.] of ik aanwezig zijn en u kunt dan de heer [erflater] vertegenwoordigen. Het spreekt voor zich dat de heer [erflater] , indien hij dat wenst, uiteraard ook bij het gesprek aanwezig kan zijn.
Vooruitlopende op hetgeen ik in de vorige alinea voorstel, deel ik u aangaande het door de heer [erflater] gedane voorstel (…) het volgende mee:
1. De heer [bestuurder Beheer B.V.] is bereid de (hoofdelijke) aansprakelijkheid te verstrekken;
2. Het genoemde rentepercentage van 6 is akkoord;
3. Zowel de heer [bestuurder Beheer B.V.] als ik kunnen niet akkoord gaan met het verstrekken van inzage (…)
4. Voor wat betreft de voorgestelde werkwijze bij fusies, etc. kunnen wij - helaas - niet akkoord gaan. (…)
Met vriendelijke groeten,
[appellant] Fb
---------------------------------------------
[Adviesgroep] & Partners B.V. [adres] (…) ‘
7.1.8.Bij brief van 25 mei 2011 (prod. 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft [advocaat], voor zover relevant, het volgende geschreven:
‘[Adviesgroep] en Partners B.V.
T.a.v. De Heer [bestuurder Beheer B.V.] en de Heer [appellant]
(…)
[appellant] [emailadres].nl
[bestuurder Beheer B.V.]
[emailadres].nl
(…)
Mijne heren,
(…)
De Heer [erflater] vindt het merkwaardig dat door de Heer [appellant] in zijn e-mailbrief van 18 mei 2011 uitsluitend wordt gesteld dat de Heer [bestuurder Beheer B.V.] bereid is de hoofdelijke aansprakelijkheid te verstrekken.
Is de Heer [appellant] daartoe niet bereid?
Doordat U Uw maatschap hebt ingebracht c.q. omgezet (…) is cliënt daarin meegegaan, zij het dat hij dan de hoofdelijke aansprakelijkheid van elk Uwer naast deze B.V. wenst.
(…)Cliënten zijn bereid om hun voorstel in dat opzicht te wijzigen in die zin dat - zie mijn brief d.d. 11 mei 2011 met het daarbij gevoegde voorstel van de Heer [erflater] -:
1.
U het door U aan cliënten te betalen bedrag van € 20.645 in acht termijnen voldoet - hetzij dat [Adviesgroep] & Parners B.V., hetzij dat elk Uwer dit bedrag voor de helft voldoet - in acht gelijke maandelijkse termijnen ingaande per 31 mei a.s. de eerste termijn (…)
2.
U elk voor 50% dan wel dat [Adviesgroep] & Partners B.V. het gehele bedrag maandelijkse
€ 1.500,-- te vermeerderen met b.t.w. aan cliënten voldoet tot en met 31 december 2014.
3.
Cliënten dan afzien van na-verrekening per jaar.
Mag ik heden, dan wel per omgaande van U vernemen of U dit voorstel accepteert.
Ik ben bereid tot een bespreking te mijnen kantore, welke bespreking dan morgen zal moeten plaatsvinden in verband met het feit dat ik met ingang van vrijdag a.s. afwezig zal zijn tot en met 12 juni a.s.
(…)’
7.1.9.De reactie van 25 mei 2011 (prod. 3 bij dagvaarding in eerste aanleg) op deze brief luidt, voor zover relevant, als volgt:
‘(…)Geachte heer [advocaat],
Bedankt voor uw informatie. De heer [bestuurder Beheer B.V.] is n.a.w. de gehele dag buiten kantoor/naar klanten en ikzelf ben vanaf 15.15 uur ook niet meer op kantoor aanwezig. Ik ben dus niet in de gelegenheid om uw voorstel persoonlijk te overleggen met de heer [bestuurder Beheer B.V.].
Desalniettemin verwacht ik dat de heer [bestuurder Beheer B.V.], net als ik, positief zal staan t.o.v. het thans aangereikte.
Uit de agenda van de heer [bestuurder Beheer B.V.] blijkt dat hij morgenochtend en de gehele middag de gelegenheid heeft om naar uw kantoor te komen. Ikzelf ben niet in de gelegenheid vanwege al eerder gemaakte afspraken.
Zonder uw tegenbericht zal de heer [bestuurder Beheer B.V.] om 10.00 uur bij u komen voor de gewenste bespreking.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groeten,
[appellant] Fb
---------------------------------------------
[Adviesgroep] & Partners B.V. [adres] (…) ‘
7.1.10.Op 26 mei 2011 is [bestuurder Beheer B.V.] naar het kantoor van [advocaat] gegaan en heeft daar een bespreking tussen hen plaatsgevonden.
7.1.11.Eveneens op 26 mei 2011 is per mailbericht (prod. 4 bij dagvaarding in eerste aanleg) een bevestiging verstuurd aan [advocaat], met de volgende inhoud:’
‘Geachte heer [advocaat],
Zoals ik heden morgen reeds heb bevestigd, kunnen zowel ik, [bestuurder Beheer B.V.] en de heer [appellant] akkoord gaan met
het door u gadane voorstel.
1.
Betaling van een bedrag van € 20.645,-- in acht gelijke maandelijkse termijnen ingaande per 31 mei a.s. de eerste termijn en zo vervolgens tot en met 31 december 2011.
2.
Dat elk voor 50% dan wel dat [Adviesgroep] & Partners B.V. het gehele bedrag maandelijkse
€ 1.500,-- te vermeerderen met b.t.w. voldoet tot en met 31 december 2014.
3.
Geen na-verrekening per jaar.
Met vriendelijke groeten,
[bestuurder Beheer B.V.]
---------------------------------------------
[Adviesgroep] & Partners B.V. [adres] (…) ‘
7.1.12.[Adviesgroep] en Partners B.V. heeft nadien het bedrag van € 20.645,-- betaald. Verdere betalingen zijn achterwege gebleven en [Adviesgroep] en Partners B.V. is op 20 maart 2012 in staat van faillissement verklaard.
7.1.13.[erflater] Accountancy heeft de vordering die zij gezamenlijk met [erflater] meent te hebben op [appellant] , ter incasso gecedeerd aan [erflater] .
7.1.14.Op 17 februari 2013 is [erflater] overleden. De echtgenote van [erflater] en zijn drie kinderen zijn de gezamenlijke erven [erflater] (geïntimeerden).
7.2.1.In de onderhavige procedure (vorderde [erflater] en) vorderen inmiddels de erven [erflater] , dat [appellant] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt veroordeeld om aan hen te betalen: (i) de som van € 5.355,= , vermeerderd met rente en (ii) een bedrag van € 893,= per maand vanaf 1 juli 2012 tot en met 31 december 2014, vermeerderd met rente. Ook vorderen de erven [erflater] dat [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten en de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 535,50.
7.2.2.Aan deze vordering hebben zij, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. [erflater] c.s. aan de ene kant en [Adviesgroep] & Partners B.V. en [appellant] en [bestuurder Beheer B.V.] aan de andere kant zijn na diverse voorstellen over en weer tot overeenstemming gekomen over een betalingsregeling. Daarbij heeft [appellant] persoonlijke aansprakelijkheid aanvaard (zoals schriftelijke bevestigd door [bestuurder Beheer B.V.]) voor uitvoering van de overeengekomen financiële verplichtingen.
7.2.3.[appellant] heeft betwist dat hij akkoord is gegaan met enige regeling waarbij hij persoonlijk aansprakelijk is. Het verweer van [appellant] zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende verder aan de orde komen.