4.1Met de vijfde grief voert Hamanz aan dat een aantal in haar akte onder 12 e.v. genoemde verweren nog moeten worden beoordeeld. Het hof begrijpt dat Hamanz hiermee bedoelt de betwisting van een aantal schadeposten zoals is verwoord vanaf het tweede nr. 12 in de antwoordakte van Hamanz van 28 maart 2012, voor zover die posten niet door de rechtbank zijn beoordeeld.
Het betreft de volgende posten die, aldus Hamanz, ten onrechte zijn toegewezen:
a. de posten 3B, 3C en 3E (noot hof: zie productie 8 van de in eerste aanleg door KPN genomen akte houdende overlegging producties) van respectievelijk € 83,75, € 22,34 en € 11,03 (vermeerderd met opslag respectievelijk € 92,54, € 24,69 en € 12,19). Deze betreffen creditfacturen. In totaal dient de vordering van KPN wat dit betreft te worden verminderd met respectievelijk € 194,33 + € 51,85 + € 25,60;
b. post 7 ad € 6.695,-. Dit betreft een factuur van Hamanz aan de gemeente Maastricht voor de herinrichting van het stadspark. Die werkzaamheden staan niet in verband met het herstel van de schade en de factuur is bovendien gericht aan de gemeente Maastricht en betaald door die gemeente;
c. post 9A ad € 7.505,- (€ 7.880,25 inclusief opslag) is ten onrechte in rekening gebracht en toegewezen omdat KPN deze post niet heeft gehandhaafd.
Hamanz bestrijdt met deze vijfde grief verder nog de volgende posten:
d. 96 meter aan betonnen plaat. Voor de oude goot, aldus Hamanz, kon de bestaande plaat/deksel van 48 meter worden hergebruikt. Er was dus maar 1 nieuwe plaat/deksel van 48 meter nodig;
e. de geheel toegewezen boetes. De kabels zijn direct hersteld zodat het dataverkeer niet lang kan hebben stilgelegen aangezien een automatische signalering dat het dataverkeer over de kabel is onderbroken ervoor zorgt dat het dataverkeer direct wordt veilig gesteld en omgeleid. De hoogte van de boetes is niet aannemelijk nu de storing slechts korte tijd heeft geduurd;
f. de kosten bewaking. Het was niet noodzakelijk om hekken te plaatsen en/of bewaking aan te stellen. Uit de als productie 7 van de in eerste aanleg door KPN genomen akte houdende overlegging producties overgelegde offerte van KWS volgt dat de goot tijdelijk op een andere wijze kon worden afgedekt, hetgeen aanzienlijk goedkoper zou zijn geweest.
Het hof oordeelt als volgt.
Ad a. KPN heeft erkend dat de posten creditfacturen zijn en heeft de door Hamanz genoemde bedragen onvoldoende bestreden. De vordering dient dus met in totaal € 271,78 te worden verminderd.
Ad b. KPN heeft ter zake deze post geen enkel onderliggend stuk overgelegd en evenmin voldoende duidelijk betwist de stelling van Hamanz dat zij, Hamanz, de onderhavige factuur heeft gestuurd in verband met de herinrichting van het stadspark en dat die factuur niet in verband staat met de schade. In feite stelt KPN slechts dat de gemeente Maastricht deze factuur bij haar, KPN, heeft ingediend vanwege het feit “dat het (overige) straatwerk diende te worden hersteld”. Gelet op een en ander heeft KPN deze post in feite met niets onderbouwd, zodat het hof niet aan bewijslevering toekomt en het aanbod om ter zake dhr. [deskundige] , de opsteller van het rapport [Expertises] , te horen passeert. De vordering dient dus met € 6.695,- te worden verminderd.
Ad c. KPN heeft erkend dat haar vordering met dit bedrag van € 7.880,25 moet worden verminderd, zodat ook dit bedrag van het door de rechtbank toegewezen bedrag moet worden afgetrokken.
Ad d. De opmerking van Hamanz dat de bestaande afdekplaat kon worden hergebruikt is slechts beantwoord met de opmerking dat deze niet meer bruikbaar was voor de oude of nieuwe goot. Enige nadere verklaring daarvoor ontbreekt. Gelet op de offerte van KWS (productie 7 van de in eerste aanleg door KPN genomen akte houdende overlegging producties) heeft het er alle schijn van dat KPN zonder meer volledige vernieuwing heeft gevraagd. Die offerte houdt immers wat dit betreft in “het leveren een aanbrengen van 48 m1 betonnen afdekplaat afm. 2,0 x 1,0 m, welke past als deksel voor zowel de bestaande en de nieuw te plaatsen kabelgoot”. Ook hier geldt dat bij gebreke van een behoorlijke onderbouwing van de stelling dat een volledige nieuwe afdekplaat nodig was, het hof niet aan bewijslevering toekomt. De door Hamanz gemaakte berekening ter zake in nr. 17 van haar antwoordakte is niet door KPN bestreden, zodat het hof van het door de rechtbank toegewezen bedrag € 7.729,70 zal aftrekken.
Ad e. KPN heeft gesteld € 53.186,- aan klanten van haar te hebben betaald wegens boetes omdat sprake is geweest van storingen. Ter onderbouwing heeft zij overgelegd als respectievelijk productie 9, 10 en 11 bij akte houdende overlegging producties:
- een factuur van KPN aan Vodafone waarop onder vermelding van “contractuele schadeclaim wegens service; storingen d.d. 10-08-2006” ter creditering is vermeld € 34.299,63;
- een brief van de Rabobank van 10 oktober 2006 waarin deze bank meedeelt een schadeclaim in te dienen van in elk geval € 3.130,-, zijnde 200% van de maandhuur van de verbinding in verband met een verstoring op 10/11 augustus 2006 in de regio Maastricht, welke was veroorzaakt door een bij bouwwerkzaamheden beschadigde KPN-grondkabel;
- een overzicht storingsboetes van de afdeling IVVS van KPN waaruit blijkt dat zij wegens meldingen op 10 augustus 2006 aan schade diende te vergoeden in totaal € 15.756,-.
Het hof is van oordeel dat met deze stukken voldoende aannemelijk is gemaakt dat KPN deze boetes verschuldigd was, zodat wat dit betreft de grief faalt.
Ad f. Het is aan KPN als de benadeelde om te bepalen op welke wijze zij haar eigendom wenst te beschermen na een gebeurtenis als de onderhavige. Gesteld noch gebleken is dat de door KPN getroffen maatregelen en kosten in dit geval zodanig buitensporig waren dat zij in elk geval gedeeltelijk niet voor rekening van de dader dienen te komen. Hamanz heeft in feite enkel aangevoerd dat het goedkoper kon en dat de goot ook op een andere wijze kon worden afgedekt. Daarmee is echter niet gesteld dat de onderhavige door KPN genomen beveiligingsmaatregelen, die zij onder andere in nr. 138 van haar memorie van antwoord voldoende heeft toegelicht, van een onverdedigbaar hoog en/of zinloos niveau zijn geweest, zodat de grief wat dit betreft faalt.
Al met al betekent dit dat van het door de rechtbank toegewezen bedrag van € 291.938,84 een bedrag van € 22.576,73 ten onrechte is toegewezen, zodat het vonnis wat dat betreft niet in stand kan blijven.