4.1De rechtbank heeft in het bestreden vonnis van 29 mei 2013 feiten vastgesteld. Het hof zal van die feiten, die niet, in elk geval niet genoegzaam zijn bestreden en voor zover deze relevant zijn, uitgaan. Verder staan als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist nog enige feiten vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de vaststaande feiten.
a. In verband met de aanleg van de (toevoeging hof: in 2012 gehouden) Floriade in [plaats 1] heeft Staatsbosbeheer gronden aan de gemeente Venlo verkocht onder de voorwaarde dat Staatsbosbeheer gronden gelegen in een door de gemeente Venlo en Staatsbosbeheer tezamen nader bepaald zoekgebied terug zou krijgen. Ten tijde van genoemde verkoop bezat Habitura enkele percelen grond nabij [plaats 2], in elk geval de percelen kadastraal bekend gemeente [plaats 2], sectie [sectieletter 1], nummers [sectienummer 1], [sectienummer 2], [sectienummer 3], [sectienummer 4], [sectienummer 5] en [sectienummer 6] (hierna de percelen te [plaats 2]). Deze percelen lagen buiten genoemd zoekgebied.
b. Habitura was toendertijd ook eigenaresse van twee percelen bosgrond (hierna de bospercelen), gelegen in het Nationaal Park De Meinweg. De bospercelen zijn bij e-mailbericht aan ing. [ing.] en onder het onderwerp “Verkoop WML-bos aan SBB” van 20 november 2009 van rentmeester [de rentmeester] namens Habitura te koop aangeboden. Dit e-mailbericht (productie 12 conclusie van antwoord in conventie) houdt in, voor zover relevant:
“(…)
Habitura is bereid (toevoeging hof: de bospercelen
) te verkopen aan SBB (noot hof: Staatsbosbeheer
).
(…)
Habitura is bereid deze verkoop te realiseren, wanneer SBB medewerking wil verlenen aan de volgende voorwaarde.
In [plaats 2] liggen (toevoeging hof: de percelen te [plaats 2]
) (…) Deze percelen liggen buiten de “zoekgebieden bestaande natuur” t.b.v. aankopen door de Gemeente Venlo. Wanneer deze percelen binnen een zoekgebied liggen, kunnen deze verkocht worden aan de gemeente Venlo. Via een ruiling tussen Gemeente Venlo & SBB komen deze percelen dan bij SBB in eigendom. (…)”.
c. Bij door verkoper Habitura op 16 december 2009 en door koper BBL op 15 december 2009 ondertekende koopovereenkomst (productie 2 akte overlegging producties) heeft BBL de bospercelen gekocht voor € 353.519,-. Art. 4 van de Bijzondere voorwaarden die onderdeel zijn van de koopovereenkomst houdt in:
“artikel 4 Uitbreiding zoekgebied
Staatsbosbeheer zal zorgen dat de volgende percelen de status “zoekgebied GOB” ten behoeve van verwerving door de Gemeente Venlo krijgen. Het betreft de percelen kadastraal bekend gemeente [plaats 2], sectie [sectieletter 1], nummers [sectienummer 1], [sectienummer 2], [sectienummer 3], [sectienummer 4], [sectienummer 5] en [sectienummer 6] (…) (noot hof: de percelen te [plaats 2]
).
Mocht deze status niet onherroepelijk verkregen kunnen worden, dan kan Habitura op basis hiervan de onderhavige overeenkomst ontbinden.”
d. Bij brief van 17 december 2009 van de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer], regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer aan Habitura (productie 3 akte overlegging producties), meldt de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer]
“(…) dat ik de zoekgebieden in het Molenbeekdal heb uitgebreid, zodanig dat “uw percelen”(noot hof: de percelen te [plaats 2]
) gelegen in [plaats 2] eventueel verkocht kunnen worden aan de Gemeente Venlo. Dit zal plaats kunnen vinden in de zogenaamde tweede tranche, waarvoor op een overeenkomst tussen Staatsbosbeheer en de gemeente Venlo wordt voorbereid. (…)”.
e. Het e-mailbericht van [Districtshoofd Limburg, Staatsbosbeheer Regio Zuid], Districtshoofd Limburg, Staatsbosbeheer Regio Zuid, aan Rentmeester [de rentmeester] van 2 februari 2010 (productie 13 conclusie van antwoord conventie) houdt in, voor zover relevant:
“(…)
Gisteren, 1 februari 2010, heeft er een constructief overleg plaatsgehad tussen Gemeente Venlo, Dienst Landelijk Gebied en Staatsbosbeheer. In dit overleg zijn heldere afspraken gemaakt over de afronding van de ruiling 1e tranche. (…)
In aansluiting daarop is door partijen uitdrukkelijk de intentie uitgesproken te komen tot een convenant voor een ruiling “tweede tranche”. Onderdeel van het convenant is het vastleggen van de zoekgebieden voor de tweede tranche, inclusief de uitbreiding [plaats 2]. (…).”.
f. Bij brief van 16 februari 2010 (productie 1 conclusie van antwoord in conventie) laat Habitura aan Staatsbosbeheer, t.a.v. de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer], weten:
“(…)
Bureau Beheer Landbouwgronden (…) heeft medio december 2009 een koopovereenkomst gesloten met Habitura (…)
In deze koopovereenkomst is een bijzondere voorwaarde opgenomen. In art. 4 van de overeenkomst is een ontbindende voorwaarde opgenomen (…).
De uitbreiding van het zoekgebied is door SBB schriftelijk bevestigd bij brief van 17 december 2009. Echter de gemeente Venlo heeft bij brief van 28 januari 2010 aangegeven dat er op dit moment geen sprake is van (…) vastgestelde zoekgebieden. Blijkbaar is er (nog) geen overeenstemming tussen gemeente Venlo en SBB aangaande de zoekgebieden.
Nu de uitbreiding van de zoekgebieden niet onherroepelijk vast staat, is dit in beginsel reden voor Habitura om zich te beroepen op art. 4 van de koopovereenkomst. Tot een ontbinding van de koopovereenkomst wil Habitura vooralsnog niet overgaan, omdat er wel overleg is tussen gemeente Venlo en SBB, waar ik begrip voor heb. De geplande datum aktepassering is in overleg met DLG/BBL tot nader te bepalen datum uitgesteld. (…)”
g. De bospercelen zijn door Habitura aan BBL geleverd bij notariële akte van 1 maart 2010, in welke akte art. 4 van de Bijzondere voorwaarden is opgenomen.
h. De brief van 13 augustus 2010 van de heer [medewerker van Habitura] namens Habitura aan Staatsbosbeheer t.a.v. de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer] (productie 5 akte overlegging producties) houdt onder meer in:
“(…)
Kort nadat Habitura een koopovereenkomst heeft gesloten met DLG (noot hof: Dienst Landelijk Gebied. Bedoeld wordt vermoedelijk BBL
) ontvingen wij van u een brief (…) waarin u bevestigt dat de zoekgebieden in het Molenbeekdal zijn uitgebreid zulks teneinde de beoogde transactie [plaats 2] te kunnen laten plaatsvinden. De brief dateert van 17 december 2009 (…).
Nadat u de brief heeft gezonden ontvangen wij een kopie van een niet gedateerde brief van de gemeente Venlo aan Staatsbosbeheer waarin de gemeente Venlo laat weten niet zonder meer akkoord te gegaan met de uitbreiding van het zoekgebied (…) en dat je natuurlijk twee partijen nodig hebt om daarover overeenstemming te bereiken.
Met de brief van de gemeente Venlo stond voor Habitura vast dat de door u gesuggereerde situatie nog lang niet was bereikt.
(…)
Naar onze mening zijn er de volgende opties:
Habitura maakt gebruik van haar recht op ontbinding, vraagt: teruglevering van de grond (…)
(…);
U regelt uw zaken met Venlo (…) maar spreekt met Venlo af dat de transactie [plaats 2] alsnog doorgang vindt conform de destijds beoogde uitgangspunten. (…)”
i. Het e-mailbericht van rentmeester [de rentmeester] van Habitura van 13 november 2010 aan de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer] (productie 5 akte overlegging producties) houdt onder meer in:
“(…)
Gisteren hebben wij (…) telefonisch met elkaar gesproken. U heeft toen aangegeven dat u overleg heeft gevoerd met de Gemeente Venlo (…). Beide partijen zijn bezig om een voorstel voor te bereiden, richting Staatsbosbeheer. Onderdeel van dit voorstel, zal zijn het “verruimen van het aankoopgebied” en het verwerven(zoals het hof “verweven” leest
) van “Habitura-grond” te [plaats 2]. (…) Ik wacht (namens Habitura) (…) bericht over 2 weken (…) af. (…)”.
j. Het e-mailbericht van rentmeester [de rentmeester] van Habitura van 4 december 2010 aan de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer] (productie 5 akte overlegging producties) houdt onder meer in:
“(…)
Enkele weken geleden (zoals het hof “gelden” leest
) heeft u aangegeven, dat er eind november meer duidelijkheid zou komen inzake uitbreiding zoekgebied en aankoop Habitura-grond door de gemeente Venlo. Kunt u ons informeren, wat de laatste stand van zaken is. (…)”.
k. Bij brief van 17 december 2010 van de heer [medewerker van Habitura] namens Habitura aan Staatsbosbeheer t.a.v. de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer] (productie 6 akte overlegging producties) schrijft Habitura onder meer:
“(…)
U reageert helemaal niet, heeft iedere keer wel een excuus (…) en voor ons is de maat vol.
Wij roepen bij deze met onmiddellijke ingang de ontbinding in, zulks met een beroep op de desbetreffende bepaling in de notariële akte (…). De voorwaarde was dat het zoekgebied voor de gemeente Venlo zou worden uitgebreid en anders dan u in december 2009 suggereerde, is dat tot op heden niet gebeurd. (…)”.
l. De brief van 20 december 2010 van de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer], regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer aan Habitura (productie 7 akte overlegging producties), houdt onder meer in:
“(…)
Uw brief van 17 december 2010 (…) heb ik (…) ontvangen.
Afgelopen week heb ik nog gesproken met de gemeente Venlo, ik verwacht op korte termijn de schriftelijke bevestiging van de gemeente dat zij akkoord gaat met uitbreiding van het zoekgebied. (…)”.
m. Het e-mailbericht van [medewerker van Habitura] namens Habitura van 13 januari 2011 aan de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer] (productie 8 akte overlegging producties) houdt onder meer in:
“(…)
De ontbinding van de overeenkomst is ingeroepen op 17 december 2010 en daar blijven wij bij. (…)”.
n. De brief van 17 januari 2011 van de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer], regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer aan Habitura (productie 9 akte overlegging producties), houdt onder meer in:
“(…)
Bijgaand stuur ik u een afschrift van de brief van de gemeente Venlo d.d. 7 januari 2011. De gemeente Venlo bevestigt hierin de uitbreiding van het zoekgebied. Aangezien Staatsbosbeheer al in december 2009 akkoord was met deze uitbreiding, is deze hiermee een feit. (…)”.
o. Genoemd afschrift (eveneens overgelegd als productie 9 akte overlegging producties) bij de brief van 17 januari 2011, ondertekend door [wethouder Economische Zaken en Floriade], Wethouder Economische Zaken en Floriade, en gericht aan Staatsbosbeheer t.a.v. de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer], houdt in:
“(…)
In ons overleg van 15 december 2010 (…) stond ook de mogelijke uitbreiding van het zoekgebied voor aankoop van ruilgronden op de agenda. Tijdens dit overleg zijn we overeengekomen dat we het zoekgebied uitbreiden (…) In deze uitbreiding zijn de percelen
kadastraal bekend gemeente Peel en Maas, sectie [sectieletter 1] nummers [sectienummer 1], [sectienummer 2], [sectienummer 3], [sectienummer 4], [sectienummer 5] en [sectienummer 6] (het hof begrijpt de percelen te [plaats 2]
) gelegen. (…)”.
p. Bij brief van 18 januari 2011 van de heer [medewerker van Habitura] namens Habitura aan DLG Grondzaken t.a.v. de heer [medewerker van DLG Grondzaken] (productie 10 akte overlegging producties) schrijft Habitura onder meer:
“(…)
In opgemelde zaak zend ik u bijgaand een kopie van mijn brief aan Staatsbosbeheer de heer [regiodirecteur Zuid van Staatsbosbeheer] d.d. 17 december 2010, (…) alsmede mijn reactie (…) van 13 januari jl. Wat ons betreft is de overeenkomst ontbonden (…).”
q. Het e-mailbericht van 22 november 2011 van [beleidsmedewerker A Verwerving van de gemeente Venlo], Beleidsmedewerker A Verwerving van de gemeente Venlo, aan rentmeester [de rentmeester] (productie 1 bij memorie van grieven) houdt in, voor zover relevant:
“(…)
Gemeente Venlo en SBB hebben nagenoeg overeenstemming bereikt over de concept ruilovereenkomst. Zodra een definitief accoord van Staatsbosbeheer op de laatste versie van de ruilovereenkomst is ontvangen kan de overeenkomst ter besluitvorming aan het college van B&W van Venlo worden voorgelegd. Dit zal naar ik verwacht begin januari plaatsvinden.
Daarna is er geen enkele belemmering meer om in gesprek te treden met Habitura. (…)”.
r. In de zomer van 2012 heeft Staatsbosbeheer de percelen te [plaats 2] van Habitura gekocht. De koopovereenkomsten zijn door Staatsbosbeheer bij brieven van 17 december 2012 buitengerechtelijk ontbonden omdat de percelen in strijd met de toezegging van Habitura dat deze vrij van hypotheken waren, daarvan niet vrij bleken te zijn.
4.2.1Habitura heeft in eerste aanleg in conventie gevorderd dat de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht zal verklaren dat Habitura ten gevolge van de vervulling van de ontbindende voorwaarde onvoorwaardelijk eigenaar is van:
a. het perceel staande en gelegen aan de Meinweg te [plaats 3], kadastraal bekend, gemeente Melick en Herkenbosch, sectie [sectieletter 2]. met nummer [sectienummer 7], groot drie (3) hectaren, tweeënveertig (42) aren en vijftig (50) centiaren en;
b. het perceel bosgrond, gelegen aan de Meinweg te [plaats 3], deel uitmakend ter plaatse kennelijk aangeduid gedeelte ter grootte van ongeveer drieëndertig (33) hectaren, achtenzeventig (78) aren en vijfentwintig (25) centiaren van het perceel kadastraal bekend, gemeente Melick en Herkenbosch, sectie [sectieletter 2] [sectienummer 8];
II. BBL primair ex art. 3:300 BW zal veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan:
a. de ontbinding van de koopovereenkomst d.d. 16 december 2009, zoals vastgelegd bij notariële akte d.d. 1 maart 2010, door - op diens oproep - te verschijnen voor notaris [notaris] te [standplaats] (of diens plaatsvervanger) en;
b. een in het kader van de ontbinding van de koopovereenkomst op te maken notariële akte van overdracht te ondertekenen en verder te doen al hetgeen door deze notaris als nuttig of noodzakelijk wordt geoordeeld in verband met de ontbinding en haar gevolgen;
III. BBL subsidiair ex art. 3:301 BW zal veroordelen, indien en voor zover zij binnen de gestelde termijn van 14 dagen na dagtekening van dit vonnis het BBL nalatig is aan deze veroordeling te voldoen, te bepalen dat deze uitspraak ex art. 3:301 BW in de plaats zal treden van de notariële akte van overdracht;
IV. BBL zal veroordelen tot betaling van de kosten verbonden aan de teruglevering van voornoemde percelen aan Habitura;
V. BBL zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Habitura te betalen de door Habitura gemaakte beslagkosten ter hoogte van een bedrag ad € 1.326,--;
VI. voor recht zal verklaren dat Staatsbosbeheer onrechtmatig jegens Habitura heeft gehandeld door onjuiste, althans voorbarige informatie te verschaffen over de uitbreiding van het zoekgebied nabij [plaats 2], althans geen of onvoldoende pogingen heeft genomen om voornoemd zoekgebied uitgebreid te krijgen, en verder voor recht te verklaren dat Staatsbosbeheer gehouden is de door Habitura als gevolg van het onrechtmatig handelen van Staatsbosbeheer geleden en te lijden schade te vergoeden nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VII. Staatsbosbeheer zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Habitura te betalen ter hoogte van een bedrag ad € 9.000,--;
VIII. BBL en Staatsbosbeheer zal veroordelen in de kosten van het geding, vermeerderd met de nakosten.
4.2.2BBL en Staatsbosbeheer hebben in reconventie gevorderd dat de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Habitura zal veroordelen om de door haar gelegde conservatoire beslagen tot levering onder de percelen kadastraal bekend gemeente Melick en Herkenbosch, sectie [sectieletter 2], nummers [sectienummer 8] en [sectienummer 7] (noot hof: de bospercelen) onmiddellijk op te heffen (noot hof: door de rechtbank gelezen als “
de door Habitura gelegde conservatoire beslagen tot levering onder de percelen kadastraal bekend gemeente Melick en Herkenbosch, sectie [sectieletter 2], nummers [sectienummer 8] en [sectienummer 7] onmiddellijk op te heffen”), althans binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-- per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat Habitura niet aan de veroordeling voldoet;
II. voor recht zal verklaren dat Staatsbosbeheer de als productie 3 aan de dagvaarding gehechte koopovereenkomst met betrekking tot de percelen kadastraal bekend gemeente [plaats 2], sectie [sectieletter 1], nummers [sectienummer 1], [sectienummer 2], [sectienummer 3] en [sectienummer 4] bij brief d.d. 17 december 2012 rechtsgeldig heeft ontbonden;
Voorwaardelijk
I. Habitura zal veroordelen om aan het BBL te betalen een bedrag ad € 353.519,- met rente, ter zake de terugbetaling van de koopsom met betrekking tot de percelen kadastraal bekend gemeente Melick en Herkenbosch, sectie [sectieletter 2], nummers [sectienummer 8] en [sectienummer 7];
alles met veroordeling van Habitura in de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten.
4.2.3De rechtbank heeft de vorderingen in conventie afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat Staatsbosbeheer geen partij is bij de koopovereenkomst van 15/16 december 2009, noch dat er enige andere rechtsbetrekking bestaat tussen Habitura en Staatsbosbeheer. De vorderingen tegen BBL zijn afgewezen omdat Habitura zich ten opzichte van BBL niet tijdig op de ontbindende voorwaarde heeft beroepen. Als, aldus de rechtbank verder, de brief van 17 december 2010 van Habitura veronderstellenderwijs BBL wel tijdig heeft bereikt, kan Habitura zich niet rechtsgeldig op de ontbinding beroepen omdat Habitura BBL niet eerst in gebreke heeft gesteld.
De rechtbank heeft de vordering in reconventie van BBL toegewezen omdat het ingeroepen vorderingsrecht van Habitura met betrekking tot de percelen ondeugdelijk is gebleken.
De door Staatsbosbeheer in reconventie gevorderde verklaring voor recht is toegewezen omdat Habitura zich daartegen niet heeft verweerd. Het voorwaardelijke deel van de reconventionele vordering is door de rechtbank niet besproken omdat de voorwaarde waaronder deze is ingesteld, niet is vervuld.