4.1De rechtbank heeft in het bestreden vonnis van 23 januari 2013 onder “2. De feiten” feiten vastgesteld. Het hof zal van die in hoger beroep niet bestreden feiten, voor zover van belang, uitgaan. Verder staan als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist nog enige feiten vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de vaststaande feiten.
a. Bij overeenkomst van 16 november 2009 (productie 1 bij dagvaarding in eerste aanleg, hierna aangeduid als “de geldleningsovereenkomst”) heeft [fysiotherapeut B.V.] als geldgever aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AFTC Europe & Middle East B.V. (hierna: AFTC) als geldlener (kort gezegd) een bedrag van € 100.000,- geleend (art. 1 van de overeenkomst), zulks tegen betaling van een rente van 10 % per jaar over de hoofdsom (art. 2 van de overeenkomst). De lening is geheel opeisbaar op 1 november 2010 (art. 2 lid 4 van de overeenkomst).
Verder houdt de overeenkomst in, voor zover hier van belang:
“ (…)
Artikel 8.
Geldlener is – zolang de onderwerpelijke lening niet (geheel) is afgelost – verplicht:
1. een overzichtelijke bedrijfsadministratie in te richten en bij te houden en daarbij aanwijzingen van geldgever op te volgen;
2. op het eerste verzoek van geldgever een uitdraai van de administratie te verstrekken waaruit kan worden vastgesteld wat de stand van zaken betreffende de financiële positie van geldlener is (naast administratie wordt hieronder ook verstaan de balans en verlies- & winstrekening);
3. aan geldgever alsmede aan de door dezen aan te wijzen personen:
a. alle door hen met betrekking tot de bedrijfsuitoefening gevraagde inlichtingen ten spoedigste te verstrekken;
b. op hun verzoek inzage te geven van boeken en bescheiden en toegang te verlenen tot bedrijfsruimten;
4. jaarlijks, zo spoedig mogelijk nadat de balans en verlies- en winstrekening over het verstr)
eken boekjaar is opgemaakt, doch niet later dan drie maanden na afloop van het kalenderjaar, een exemplaar daarvan met een daarbij behorende exploitatierekening aan geldgever te overleggen;
Bij niet nakoming van deze verplichtingen is geldlener in gebreke en treden de in deze overeenkomst overeengekomen boetebepalingen onverkort in werking.”
Artikel 9.
1. Geldlener verklaart hierbij dat hij de ter leen ontvangen gelden enkel zal aanwenden voor de bedrijfsvoering, zijnde de aankoop en verkoop van kleefstoffen. Ingeval de gelden anderszins worden aangewend, bijvoorbeeld voor het ter leen verstrekken van bedragen aan gelieerde of derde partijen of voor de aanschaf van bedrijfsvreemde bedrijfsmiddelen en dergelijke, is geldlener in gebreke en treden de in deze overeenkomst overeengekomen boetebepalingen onverkort in werking.
2. De heren [zoon van statutair bestuurder van fysiotherapeut B.V.] en [oprichter, grootaandeelhouder en statutair bestuurder van AFTC]hof: geïntimeerde
) zijn in deze hoofdelijk aansprakelijk, welke aansprakelijkheid door hen middels ondertekening van deze overeenkomst uitdrukkelijk wordt geaccepteerd.
1. Ingeval geldlener in gebreke is zonder dat daarvoor uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verleend door geldgever moet de onderwerpelijke lening onmiddellijk worden afgelost en verbeurt geldlener tevens een onmiddellijk en niet voor matiging vatbare boete ter grootte van 100% van de hoofdsom (...), onverminderd het recht van geldgever schadevergoeding te eisen voor overigens c.q. aanvullend te lijden schade. Alsdan is geen nadere ingebrekestelling door bevel of soortgelijke akte nodig.
2. Naast de hiervoor genoemde boete is geldlener een boete van 10% (...) te rekenen over de hoofdsom per week verschuldigd voor iedere week dat geldlener in gebreke blijft. Een deel van een week wordt daarbij op een hele week gesteld.
Artikel 12.
Onverminderd de voorgaande bepalingen is de hoofdsom inclusief rente en boetes onmiddellijk – en zonder dat enige nadere ingebrekestelling door bevel of soortgelijke akte nodig zal zijn – opeisbaar ingeval geldlener voornoemd:
enige verplichting uit deze overeenkomst niet (stipt) nakomt;
(...)
Geldgever kan de opeisbaarheid zowel schriftelijk alsook mondeling in het bijzijn van een door hem aan te wijzen getuige aan geldlener kenbaar maken. Alsdan dient betaling onmiddellijk plaats te vinden. De boetebepalingen zijn alsdan onverkort van toepassing.
(…)”
De overeenkomst van 16 november 2009 is in opdracht van [fysiotherapeut B.V.] opgemaakt door Bureau [Accountants - Belastingadviseurs], Accountants – Belastingadviseurs (productie B bij door [fysiotherapeut B.V.] genomen akte).
b. [oprichter, grootaandeelhouder en statutair bestuurder van AFTC] en [zoon van statutair bestuurder van fysiotherapeut B.V.] (hierna [zoon van statutair bestuurder van fysiotherapeut B.V.], zoon van de statutair bestuurder van [fysiotherapeut B.V.]), zijn oprichter(s), grootaandeelhouder(s) en statutair bestuurder(s) van AFTC (nr. 1 conclusie van antwoord).
c. De door [oprichter, grootaandeelhouder en statutair bestuurder van AFTC] en [zoon van statutair bestuurder van fysiotherapeut B.V.] als Managing Directors van AFTC ondertekende brief van 26 augustus 2010 op briefpapier van AFTC (productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) aan [fysiotherapeut B.V.] houdt in, voor zover hier van belang:
“(...)
Zoals afgesproken bevestigen wij dat de lening van € 100.000,= (...) op 15 januari 2011 aan u wordt terugbetaald. (...)”
d. Bij in augustus 2010 gesloten overeenkomst van achterstelling (productie 3 bij dagvaarding in eerste aanleg) komen Schuldeiser [fysiotherapeut B.V.], Kredietnemer AFTC en Kredietverstrekker IFN Finance B.V. (hierna: IFN) het volgende overeen:
“(...)
in aanmerking nemende dat:
- IFN kredietfaciliteiten zal verstrekken dan wel heeft verstrekt aan de Kredietnemer;
- IFN tot één en ander bereid is onder meer onder de voorwaarde dat de vordering van de Schuldeiser, groot EUR 100.000,00 (…), ten laste van de Kredietnemer, blijkens overeenkomst van geldlening d.d. 16-11-2009, zal worden achtergesteld bij die van IFN, zoals hierna is omschreven.
zijn overeengekomen als volgt:
1. De Schuldeiser en de Kredietnemer verbinden zich bij deze tegenover IFN en jegens elkaar om zolang de Kredietnemer bij IFN kredietfaciliteiten geniet of aan IFN iets schuldig is uit welken hoofde ook, zo in als buiten rekening-courant en al of niet binnen de gewone dienstverlening, met betrekking tot voormelde vordering van de Schuldeiser op de Kredietnemer geen (rechts)handelingen te verrichten of na te laten waardoor de vordering:
(i) geheel of gedeeltelijk teniet gaat danwel geheel of gedeeltelijk het vermogen van de Schuldeiser verlaat; (…),
tenzij IFN hiervoor schriftelijke toestemming geeft met inachtneming van door IFN alsdan te stellen voorwaarden.
(...)
4. Tenslotte komen IFN en de Schuldeiser overeen dat, indien de Schuldeiser op enigerlei wijze in strijd handelt met:
- het in artikel 1(i) in deze akte bepaalde, de Schuldeiser ten behoeve van IFN een dadelijk opeisbare boete verbeurt ten belope van het bedrag waarmee de achtergestelde vordering naar het oordeel van IFN geheel of gedeeltelijk teniet is gegaan danwel geheel of gedeeltelijk het vermogen van de Schuldeiser heeft verlaten; (...)”
e. [fysiotherapeut B.V.] heeft zich in de kwestie van de overeenkomst van achterstelling laten bijstaan door haar accountant en belastingadviseur, Bureau [Accountants - Belastingadviseurs] te [vestigingsplaats].
f. Bij deurwaardersexploten van onderscheidenlijk 10 mei, 17 mei, 26 mei, 13 juli en 21 juli 2011 heeft [fysiotherapeut B.V.] aan [oprichter, grootaandeelhouder en statutair bestuurder van AFTC] onder meer (kort gezegd en voor zover thans van belang) laten weten hem uit hoofde van de geldleningsovereenkomst hoofdelijk aansprakelijk te houden (i) voor de terugbetaling van de geleende hoofdsom en (ii) voor betaling van de volgens [fysiotherapeut B.V.] inmiddels verbeurde boetes.
g. Na daartoe verlof te hebben verkregen van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, heeft [fysiotherapeut B.V.] op 30 augustus 2011 ten laste van [oprichter, grootaandeelhouder en statutair bestuurder van AFTC] conservatoir beslag laten leggen op (i) het appartementsrecht plaatselijk bekend als [appartementsrecht 1] te [plaats], (ii) het appartementsrecht plaatselijk bekend als [appartementsrecht 2] te [plaats] en (iii) alle aandelen in de besloten vennootschap [Investments] Investments B.V.