In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van Esa EuroShip Assekuradeurgesellschaft GmbH & Co. KG tegen Glass & Fit B.V. De zaak betreft de aansprakelijkheid voor krassen op de ruiten van een schip, die volgens Esa zijn veroorzaakt door de werkzaamheden van Glass & Fit. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 10 december 2013 Esa toegelaten te bewijzen dat de medewerkers van Glass & Fit de krassen hebben veroorzaakt. Tijdens de procedure zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder medewerkers van beide partijen en een deskundige. De getuigenverklaringen waren tegenstrijdig; terwijl Esa stelde dat de krassen zijn ontstaan door het gebruik van mesjes bij het verwijderen van lijmresten, betwistten getuigen van Glass & Fit deze claim en gaven aan dat de krassen mogelijk zijn ontstaan door andere werkzaamheden op het schip. Het hof concludeert dat Esa niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat Glass & Fit tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De vordering van Esa tot betaling van een bedrag van € 48.336,15 wordt afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Breda van 9 november 2011. Esa wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.