Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
6.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 3 juni 2014;
- het proces-verbaal van de enquête van 30 juli 2014;
- het proces-verbaal van de contra-enquête van 9 oktober 2014;
- de antwoordmemorie na enquête van Havam;
- het op 8 april 2015 gehouden pleidooi, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.
7.De verdere beoordeling
“Het vroegpensioen is mijn spaarpot, maar in die zin is dat niet in een gesprek met [getuige] aan de orde geweest. Dat is ook niet met andere personen van het bedrijf aan de orde geweest. Voor het vroegpensioen geldt dat je zelf kunt bepalen wanneer je er uit gaat. Dat is niet zo besproken met Havam.”.
“Op uw vraag of ik weet of Havam wist dat het belangrijk voor ons was dat het vroegpensioen niet werd opgenomen, vertel ik u dat het daar nooit over is gegaan. Ik weet niet of Havam dat wist. Havam wist wel in welke financiële situatie wij zaten.”.
“Als u mij vraagt of ik ooit de indruk heb gekregen of ik het idee had dat het voor [appellant] van belang kon zijn of de VPtech wel of niet zou gaan uitkeren dan antwoord ik daarop: nee, geen enkel moment.”