Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure met zaaknummer HD 200.121.562/01
- het tussenarrest van 12 maart 2013, gewezen in het incident strekkende tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis, althans tot het stellen van zekerheid;
- de akte van [appellant] met één productie;
- de akte van [geïntimeerde];
- de antwoordakte van [geïntimeerde] met één productie;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel met één productie;
- de pleitnota’s in het schriftelijk pleidooi, ieder met één productie;
- de akte van [geïntimeerde];
2.Het verloop van de procedure met zaaknummer HD 200.137.557/01
- het tussenarrest van 18 februari 2014, gewezen in het incident strekkende tot voeging van de onderhavige zaak met de zaak met zaaknummer HD 200.121.562/01;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel met wijziging van eis en met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel tevens akte in principaal appel met producties;
- de pleitnota’s in het schriftelijk pleidooi, ieder met één productie;
3.De verdere beoordeling van beide zaken
fl. 300,-- hield [geïntimeerde] voor zichzelf, aldus [appellant]. [appellant] stelt hierdoor in voornoemde periode een schade te hebben geleden van fl. 300,-- per maand, hetgeen neerkomt op een totaalbedrag van fl. 17.100,-- (€ 7.759,64). [appellant] vordert dit bedrag van [geïntimeerde], te vermeerderen met de wettelijke rente over het hiervoor genoemde bedrag van fl. 17.100,--, te rekenen vanaf de respectieve data dat [geïntimeerde] maandelijks de huur incasseerde en hiervan
fl. 300,-- niet aan hem afdroeg.