Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verzoek van de vrouw met betrekking tot de verzochte echtscheiding, tot referte;
- dat de verzoeken van de vrouw met betrekking tot de verzochte echtscheiding, de hoofdverblijfplaats van de kinderen, de regeling met betrekking tot de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, het gebruiksrecht van de woning en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen worden afgewezen en te bepalen dat:
primairde hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw wordt bepaald mits er tussen de man en de kinderen een zorgregeling zal worden vastgesteld zoals hierna primair zal worden verzocht,
subsidiairde hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man wordt bepaald;
primairtussen de man en de kinderen een zorgregeling zal worden vastgelegd, inhoudende dat de kinderen in de even weken bij de man verblijven en in de oneven weken bij de vrouw en dat de vakanties en feestdagen tussen partijen bij helfte zullen worden verdeeld, één en ander in onderling overleg met de vrouw vast te stellen,
subsidiaireen zorgregeling tussen de man en de kinderen wordt vastgesteld, inhoudende dat de kinderen in de even weken van woensdag uit school tot maandagochtend aanvang school bij de man verblijven en in de oneven weken van donderdag uit school tot vrijdagavond 19.00 uur, alsmede dat de kinderen gedurende de helft van alle vakanties en feestdagen bij de man verblijven, één en ander in onderling overleg met de vrouw vast te stellen,
meer subsidiairdat een zodanige zorgregeling wordt vastgesteld als het hof juist acht;
primairde man in de even weken bij uitsluiting van de vrouw en de vrouw in de oneven weken bij uitsluiting van de man gerechtigd zal zijn tot het voortgezet gebruik van de echtelijke woning,
subsidiairde man bij uitsluiting van de vrouw gerechtigd zal zijn tot het voortgezet gebruik van de echtelijke woning alsmede van de tot de inboedel daarvan behorende zaken tot zes maanden na inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand;
- te bepalen dat tussen de man en de kinderen een zorgregeling wordt vastgesteld van éénmaal in de twee weken één weekend van vrijdagavond 19.00 uur tot zondagavond 19.00 uur;
- te bepalen dat de vrouw wordt gemachtigd om ex artikel 3:174 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de echtelijke woning te [plaats] aan [adres ] te gelde te maken, waarbij ook wordt bepaald dat de beschikking van het hof in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de woning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de man;
- de man te veroordelen in de kosten van dit hoger beroep;
- al het voorgaande voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
- de man, bijgestaan door mr. A.M.K. Driessen-Tabbers, waarnemend voor mr. Bakker;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Engelen;
- de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de raad), vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger raad].
- het V6-formulier met bijlagen ingediend door de advocaat van de man op 8 mei 2014;
- het V6-formulier met bijlage ingediend door de advocaat van de man op 12 mei 2014;
- het V6-formulier met bijlagen ingediend door de advocaat van de vrouw op 19 november 2014;
- het V6-formulier met bijlagen ingediend door de advocaat van de man op 19 november 2014.
3.De beoordeling
- uitvoerbaar bij voorraad dat [de zoon] en [de dochter] hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw zullen hebben;
- uitvoerbaar bij voorraad dat de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt zal zijn: de man zal omgang met [de zoon] en [de dochter] hebben van vrijdagavond 19.00 uur tot zondagavond 19.00 uur, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen;
- dat de man € 137,-- per kind per maand dient te betalen aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de zoon] en [de dochter], met ingang van de dag van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand;
- dat de vrouw tegenover de man het recht heeft om in de woning aan het adres [adres ], [postcode] [plaats], gemeente [gemeente], te blijven wonen en de tot de inboedel daarvan behorende zaken te blijven gebruiken tot zes maanden na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, als zij de woning ten tijde van die inschrijving bewoont, en
- partijen bevolen over te gaan tot verdeling van hun huwelijksgemeenschap.
4.De beslissing
- één weekend per veertien dagen van vrijdagavond 19.00 uur tot zondagavond 19.00 uur;
- de helft van de vakanties en feestdagen, tussen partijen nader in onderling overleg te bepalen;