Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Slopersbedrijf [Slopersbedrijf] V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats],
[vennoot van geïntimeerde sub 1],vennoot van geïntimeerde sub 1,
wonende te [woonplaats],
[vennoot van geïntimeerde sub 1], vennoot van geïntimeerde sub 1,
wonende te [woonplaats],
5.Het verloop van de procedure
6.De gronden van het hoger beroep
7.De beoordeling
“ik ga akkoord met dealgemene voorwaarden”. Nadat [Slopersbedrijf] zich had aangemeld, heeft [Slopersbedrijf] van Dealerdirect inlogcodes ontvangen waarmee zij in staat werd gesteld te bieden op auto’s. [Slopersbedrijf] heeft vervolgens middels tussenkomst van Dealerdirect auto’s gekocht. Partijen kwamen aanvankelijk een bedrag van € 105,- per aankoop overeen. In een later stadium zijn partijen een vast bedrag per maand van € 49,- overeengekomen ongeacht het aantal ingekochte auto’s. Dit betrof een zogenaamd sloperspakket. [Slopersbedrijf] heeft een aantal facturen van Dealerdirect voldaan, aldus nog steeds Dealerdirect.
“verkoopovereenkomsten”waarin Dealerdirect aan verkopers heeft bevestigd dat zij hebben bevestigd hun auto te willen verkopen aan [Slopersbedrijf]. [Slopersbedrijf] dient naar het standpunt van Dealerdirect op de voet van het bepaalde in artikel 22 Rv te worden bevolen een overzicht bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna “RDW”) op te vragen van de kentekens die vanaf 13 april 2010 op haar naam staan danwel hebben gestaan.