In deze zaak gaat het om de vraag of de gemeente ’s-Hertogenbosch terecht leges heeft geheven voor het verstrekken van kopieën in het kader van een WOB-verzoek. De belanghebbende had op 10 september 2012 een aanslag leges van € 6,90 ontvangen voor het verstrekken van 69 fotokopieën. Na bezwaar en beroep bij de Rechtbank Oost-Brabant, waar het beroep ongegrond werd verklaard, heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Het Hof heeft op 17 april 2015 uitspraak gedaan.
De belanghebbende betwist de legesheffing en stelt dat hij geen schriftelijke toestemming heeft gegeven voor het in rekening brengen van de kopieerkosten. De Heffingsambtenaar heeft echter gesteld dat de leges in overeenstemming zijn met de geldende wettelijke normen en dat de kosten voor het maken van de kopieën terecht zijn doorberekend. Het Hof heeft vastgesteld dat de leges zijn geheven op basis van de Legesverordening 2012 van de gemeente, die bepaalt dat leges mogen worden geheven voor het verstrekken van diensten door de gemeente.
Het Hof oordeelt dat de aanslag leges terecht is opgelegd, omdat de werkzaamheden van de gemeente in het kader van het WOB-verzoek als diensten kunnen worden aangemerkt. De belanghebbende heeft geen bewijs geleverd dat de leges hoger zijn dan de werkelijke kosten. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De kosten voor het griffierecht worden niet vergoed, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.