Uitspraak
Akkerbouwbedrijf [akkerbouwbedrijf],
5.Het verdere verloop van de procedure
- het arrest van 1 juli 2014 (waarin tevens de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties is vermeld);
- de memorie van antwoord, tevens houdende incidenteel appel met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel met producties;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de bij H12 formulier, ingekomen ter griffie op 3 december 2014, door [geïntimeerde] toegezonden producties 47 en 48, alsmede de brief van mr. Bijloo met bijlage van 11 december 2014, welke stukken bij het pleidooi aan de gedingstukken zijn toegevoegd.
6.De verdere beoordeling
€ 127.200,--
verkoper is op wie de plicht tot spoedige expertise rust, laat staan dat bij niet tijdige expertise alle rechten van de verkoper, waaronder zijn recht tot het leveren van bewijs omtrent de kwaliteit van het geleverde product, vervallen.
“Bewaring en bemonstering”, lid 1
,contractvoorwaarden) en dat daarom, ook indien het gebrek pas tijdens de bewaring is ontstaan, [appellante] schadeplichtig zou zijn, [appellante] ook dat beding vernietigt. Volgens [appellante] is het beding onredelijk bezwarend, althans kan [geïntimeerde] zich er niet op beroepen nu zij in strijd met hetgeen partijen zijn overeengekomen, de uien niet in een geïsoleerde bewaarplaats heeft opgeslagen. In plaats daarvan zijn de uien in een zogenaamde Mobiele Droog Installatie (MDI) van [geïntimeerde] opgeslagen, waarin volgens [appellante] weer en wind vrij spel hadden en waar hemelwater naar toe is gestroomd dat onder de uien bleef staan en waarin de uien onvoldoende droog zijn gehouden.
bij voorkeur eensluidend- over de persoon van de te benoemen deskundige(n). Voorts kunnen partijen suggesties doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.